geval, dat één rechte gegeven is door de coördinaten van twee pun- ten en de tweede rechte door die van één punt met het argument, laat de H.T.W. buiten beschouwing. Moet dan het argument van de eerste rechte ook bepaald worden? En waar moet dan een even tuele tangens vermeld worden, als we de cotangens voor het snij punt gebruiken?) Een controle die niet steeds kan worden toege past, is niet veel waard. En het gaat uiteindelijk niet om de controle van een getal N, maar om die van het punt P en dat bereiken we op de volgende wijze. Is een rechte gegeven door de coördinaten van B met het argu ment BP, dan blijft het punt D oningevuld. Na berekening van het snijpunt P vermelden we de coördinaten van dat punt op die open plaats, waarna we vinden XPXB en YPYB; hieruit bepalen we (co)tg BP, brengen deze in het resultaatregister en zonder iets te noteren berekenen we BP in een, hiervoor reeds beschreven, terug gaande bewerking. Vinden we hetzelfde argument, dan is P volledig gecontroleerd als het ook op de tweede rechte blijkt te liggen. Indien dus twee vakjes uit het formulier verdwenen zijn, zal bijna steeds het formulier volledig gebruikt kunnen worden. Plaatsen we ook nog de omschrijving van de punten AB, C, D en P vóór de coördinaten van die punten, dan lijkt het formulier minder op de beschrijving van een plechtige gebeurtenis, dan nu het geval is. Nu zal niet ieder kadastraal ambtenaar deze Heckmann-Tien- stra methode volledig beheersen. Als men het volgende even tot zich laat doordringen, wordt het heel eenvoudig. 1. Stel de rechte in die in het eerste vak staat en kijk naar dat vak niet meer om; 2. Kies één punt uit het tweede vak; 3. Draai het omwentelingsregister, waarin een ordinaat (abscis) staat naar de ordinaat (abscis) van dat gekozen punt; verander het instelbord in het verschil der (co)tangenten en draai het resultaatregister naar de abscis (ordinaat) van dat gekozen punt. De ordinaat (abscis) van P staat nu in het omwentelingsregister; 4. Zet op het instelbord de negatieve (co)tangens van de tweede rechte en draai het omwentelingsregister opnieuw naar de ordi naat (abscis) van datzelfde gekozen punt. De abscis (ordinaat) van P is nu ook gevonden. Het bepalen van een snijpunt geeft soms moeilijkheden, b.v. als de rechten nagenoeg evenwijdig lopen aan de x- en z/-as. Men gebruike dan de dubbele controle-coördinaten en de bewerking zal geheel naar wens verlopen. Het formulier kad* nr, 28* T.a.v. de staat van waarnemingen en uitkomsten zou ik heel voorzichtig het idee willen opperen te onderzoeken of het mogelijk is en nuttig kan zijn de kolommen 3, 4 en 5 te combineren en het 53

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1957 | | pagina 10