liefst 75000, waarvan het achterstallige ieder jaar nog toeneemt;
voor de bijhouding van het kadaster zijn ze onontbeerlijk,
In zeer vele gevallen, zeker 60 kunnen deze kadastrale werk
zaamheden door middelbaar personeel worden verricht en zeker ook
het meten van vele akteposten, waarvan er liefst 74000 onafgedaan
zijn, welk aantal ieder jaar nog met 10000 posten wordt vermeer
derd; in feite wordt dat toch al te gek. Alleen de particuliere metin
gen zijn bij, maar die moeten dan ook door de betrokken grond
eigenaren afzonderlijk worden betaald; uiteraard zijn daar ook veel
en grote posten bij, waartoe gemeentebesturen opdracht geven.
Men kan niet volstaan met te zeggen, dat het niet mogelijk is om
in deze tijd van hoogconjunctuur een tekort aan technisch personeel
op te heffen; dat is wel duidelijk, maar er hadden maatregelen kun
nen zijn genomen om de verkeerde personeelsinrichting van de
dienst op te heffen en de dienst zodanig te reorganiseren, dat de
mensen niet weglopen.
Daar komt nog bij, dat er te veel besturen zijn, die er zo lang
zamerhand een eigen meetkundige dienst op na gaan houden, de
Waterstaat, de Nederlandsche Spoorwegen, de provincies, vele
grote gemeenten. Het mag wel eens onder het oog worden gezien,
of dat geheel niet beter in elkaar passend kan worden gemaakt; het
is zo prettig om dat allemaal zelf te hebben, maar het kan zoveel
goedkoper en minstens evengoed.
De Minister zegt voorts nog, dat doordat de ruilverkavelings
werkzaamheden voorrang genieten boven de overige werkzaam
heden van de kadastrale dienst bij de uitvoering van de ruilverkave
ling van de zijde van de kadastrale ruilverkavelingsdienst geen
stagnatie optreedt. Dit verheugt mij, omdat in de vier jaar voor
1953 38100 ha waren afgedaan, dat is gemiddeld 9500 per jaar, en
men tot ongeveer 20000 per jaar moest komen om bij te blijven.
Maar nu heb ik gezien, dat de Minister van Landbouw, V .en V.
na afloop van een bezoek, dat hij op 29 januari aan Friesland heeft
gebracht, verklaard heeft, dat er voor het uitvoeren van de nood
zakelijke ruilverkavelingen een urgentieplan op landelijk niveau zal
komen. Het uitvoeren van ruilverkaveling zo zei deze bewinds
man terecht zal leiden tot sociale, maatschappelijke en culturele
ontwikkeling, waaraan vooral de achterlijke gebieden in ons land
grote behoefte hebben. Alle organen, die op die gebieden werken,
zullen bij de voorbereidingen moeten worden ingeschakeld. De
Minister hoopte, dat men dit jaar nog tot de vaststelling van dit
plan zal kunnen komen.
Ik erken het zeer grote belang van de ruilverkaveling; daarom
mag de kadastrale dienst niet stagnerend werken. Ik weet niet, hoe
de Minister van Financiën dit met deze organisatie op wil lossen.
Daarom kan ik, dit alles overziende, het adres van een viertal
60