De Heer Ritmeester zei nog: Mijnheer de Voorzitter! Na de woorden, die de Minister aan de kadastrale dienst heeft gewijd, wil ik over dit punt niet veel meer zeggen. Ik begrijp, dat het op het ogenblik voor hem heel moeilijk is, in deze zaak een bepaalde rich ting aan te geven. Hij heeft ons verteld, dat er een commissie is ingesteld, praktisch gesproken, om de interne dienst na te gaan. De geachte afgevaardigde de heer Engelbertink heeft daaromtrent gezegd: Doe dat niet met uitsluitend ambtenaren van Uw Departe ment, maar plaats ook andere personen, dus mensen van andere diensten en particulieren, in deze commissie. Ik moet mij hiertegen verzetten, Mijnheer de voorzitter. Ik weet wel iets van de kadas trale dienst af. Ik geloof, dat men het best kan opknappen, als men zich op één punt instelt, nl. als men er voor zorgt, dat de top niet te zwaar wordt. Die top is op het ogenblik wel niet te zwaar, maar het onderstukde groep van landmeetkundige ambtenaren en teke naars, wordt wel zeer lichtOp die manier krijgt men een kolos met een zeer wankel evenwicht. Ik ga van de gedachte uit, dat de geo detische landmeters meer kunnen presteren en dat zij ander werk kunnen doen dan van hen thans wordt gevraagd. Als de technische commissie, waarover de Minister heeft gesproken, daarmee rekening houdt, zal al zeer veel zijn gewonnen. Als daarnaast een Staats commissie komt, die het geheel beziet, wordt niet alleen voor de kadastrale dienst van Financiën, maar ook voor andere landmeet kundige diensten in ons land zeer belangrijk werk verricht. De Heer Vondeling vraagt ,of de opdracht, die de commissie zal krijgen, ook inhoudt te onderzoeken of het kadaster bij het Minis terie van Financiën thuishoort, dan wel beter elders in de organisatie van de Rijksoverheid kan worden ingeschakeld? De Minister van Financiën sluit deze besprekingen af met het volgende korte antwoord (Handelingen blz. 542): De geachte af gevaardigde de heer Engelbertink is dankbaar voor de kleine com missie, die er is, en voor de brede commissie, die met betrekking tot het kadaster zal worden ingesteld. De geachte afgevaardigde de heer Ritmeester heeft zich bij dit laatste aangesloten, mits er ook vertegenwoordigers van andere diensten in worden opgenomen. Dat is inderdaad de bedoeling. De geachte afgevaardigde de heer Engel bertink wenst de kleine commissie te doen aanvullen met personen buiten de dienst van het kadaster. Het zal de geachte afgevaardigde ongetwijfeld genoegen doen te vernemen, dat deze wens al is in gewilligd voordat hij hem heeft geuit. In de commissie van zeven zitten slechts drie personen, die behoren tot het dienstvak van het kadaster, verder twee ingenieurs van andere diensten, een particulier en een oud-ambtenaar. Er bestaat dus reeds een samenstelling, die een zekere variatie vertoont. 65

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1957 | | pagina 22