omwentelings- als het resultaatregister schoon; het verdient beslist
aanbeveling dit ook te doen op een machine zonder deze inrichting.)
Het noteren van sinus- en cosinuswaarden is dus overbodig. Voor
het noteren van tangenten en cotangenten is nog iets te zeggen als
een aantal argumenten bepaald moet worden. Niettemin lijkt het
mij wenselijk, dat men zich gewent een berekening zover voort te
zetten tot beslist iets genoteerd moet worden.
In het hoofd van dit formulier staan enkele formules voor het
bepalen van de richtingscorrectie en van de lijnvergroting. De rich
tingscorrectie, zo zegt de H.T.W. op blz. 5, is voor normaal kadas
traal werk bijna steeds te verwaarlozen en de lijnvergroting kan
met controle bepaald worden in het Nomogram Vergroting, kad.
nr. 60. Zou het niet beter zijn als die formules dan maar weer uit
dit formulier verdwijnen?
Het formulier kad* nr, 43
Op dit veelhoeksformulier zal wel niemand een wezenlijke aan
merking kunnen maken. Het is verrassend eenvoudig en doeltref
fend ingericht. De vrije ruimte doet weldadig aan en geeft volop
gelegenheid voor argumenten-, overgangs- en driehoeksberekenin
gen, welke met schetsen verduidelijkt kunnen worden.
Aanpassing van dit formulier aan methode II kan zeer eenvoudig
geschieden door de hierboven gestelde formules daarin op te nemen.
Deze zijn immers ook geldig voor methode I, want AX is dan 0.
En als men dit formulier toch wijzigt, kan inplaats van cos y/ beter
geschreven worden: cos (yj50). Insgelijks voor V de directe
aanduiding: 1,414214
Het formulier kad* nr* 44*
Het van ouds bekende meetpuntenformulier heeft een geringe
wijziging ondergaan, doordat het geen zin meer heeft de afstands-
verschillen tussen de punten te plaatsen. Het formulier is nu niets
anders meer dan een coördinatenlijst; men zou de berekeningen in
bijna elk ander formulier kunnen uitvoeren, maar men mist dan de
gegevens, welke in het hoofd van het formulier vermeld staan. Of
zouden we dat tekeningetje en al die formules best kunnen missen?
Vergelijken we dit formulier met het form. 43, dan is het verschil
toch wel zeer opvallend. En niemand zal toch beweren, dat een
v^elhoeksberekening zoveel eenvoudiger is dan het berekenen van
meetpunten.
51
Wellicht ten overvloede zou ik nog willen wijzen op het volgende. Als van
een snelliuspunt de argumenten bepaald moeten worden naar zes verschillende
punten, is het een vervelend werk om zesmaal dezelfde coördinaten en controle-
coördinaten in het formulier in te vullen. Men zou kunnen volstaan met dit
slechts eenmaal te doen en dan de abscis van dat punt met tegengesteld teken
in het resultaatregister te brengen. Voegt men daarbij afwisselend de abscis van
één der zes punten, dan vindt men de abscissenverschillen op een wel heel sim
pele maar doeltreffende manier. De tiendelige aanvulling zal men daarbij voor
lief moeten nemen.