De in de H.T.W. op blz. 105 vermelde methode van meetpunten
berekening was reeds algemeen ingeburgerd» En wellicht spoedig
zal deze methode als verouderd kunnen worden beschouwd. Want
een aantrekkelijke, geheel machinale methode is de navolgende.
We brengen de abscis van hef eindpunt in het resultaatregister
en draaien ditmet de negatieve lengte op het instelbord, naar de
abscis van het beginpuntHet omwentelingsregister maken we
schoonnadat de daarin staande p is genoteerd en op het instelbord
is overgebrachtDe paramet er ver gelijking voor de abscissen staat
nu kant en klaar voor ons en van elke gewenste afstand kan de
abscis bepaald en genoteerd worden
De ordinaten volgen op dezelfde manier, waarna A2 p2 q2
bepaald wordt. We vinden hier dus niet de absolute, maar de rela
tieve vergroting en kunnen we die niet veel beter gebruiken? Daar
na kan controle plaats vinden door instelling van de rechte met p q
of q p als richtingstangens of -cotangens.
Ook hier heeft de rekenmachine het bepalen van coördinaten-
verschillen overbodig gemaakt. In het formulier laten we de eerste
regel vrij voor het vermelden van p en q; op de tweede regel plaat
sen we de bij het eindpunt behorende coördinaten met de lengte
van de meetlijn en direct daaronder de coördinaten van het begin
punt met afstand 0. Op de volgende regels komen dan de af
standen van de te bepalen punten en van boven naar onder kan
het formulier bewerkt worden.
Het formulier kad* nr. 36.
Met het verschijnen van de H.T.W. is het formulier voor snij
puntsbepaling opmerkelijk veranderd en verbeterd. De methode
Heckmann-Tienstra is hier ingevoerd en dat kon ook moeilijk
anders. Beslist inconsequent is het dan ook om dat in het form. 32
niet toe te passen (zie het artikel daarover in dit orgaan van sept.
1956). Onze blijdschap over deze verbetering wordt evenwel ge
temperd doordat nog te veel van het oude formulier is blijven
staan.
Zo is in dit formulier niet gerekend op de veel voorkomende
snijding vanuit 2 bekende punten, waarin tevens een verre richting
is gemeten, maar wel op een zijwaartse snijding, waarbij in het te
bepalen punt de richtingen naar A en B zijn gemeten (zie H.T.W.
blz. 173). Grappig is, dat deze beide richtingen elk met 200 gr ver
meerderd moeten worden, terwijl men ze daarna van elkaar gaat
aftrekken. Als BP verminderd wordt met AP vinden we (PB)
(PA) en dat kan in één in plaats van in twee vakjes vermeld
worden.
En waarom is de controle met dat merkwaardige produkt niet
weggelaten? Deze controle kan slechts in enkele gevallen toegepast
worden als nl. de argumenten van beide rechten gegeven zijn. (Het
52