minder-urgent-geachte 476.000 ha. Hermeting van 7000 zeer moei
lijk te meten hectaren stadskernen, 22000 ha bebouwde buiten
wijken, 23000 ha stadsuitbreiding vragen dringende aandacht van
de B.L.W. en 586.000 ha gronden buiten de steden staan op de
urgentielijst.
Is, met dit alles voor ogen, nog reden tot optimisme? Wie, als
schrijver dezes, sedert het einde van de eerste wereldoorlog het
kadastrale gebeuren van nabij heeft meegemaakt, en wie daarbij de
algemene lijn in het oog houdt, die onderkent dunkt mij duidelijk,
dat de kadastrale dienst nóch ziek, nóch failliet bezig is zich
te herstellen van de aanvankelijk zeer stroeve overschakeling van
uit de gezapigheid der dertiger jaren naar het ritme van heden.
Daarvoor was nu eenmaal tijd nodig. Er zijn duidelijke tekenen,
die er ondubbelzinnig op wijzen, dat de geest van lijdelijkheid t.a.v.
het planologisch gebeuren op zij geschoven is. Het is b.v. ver
heugend, dat het Kadaster ondanks het verwijt van het scheppen
van een dure doublure thans een eigen fotogrammetrische afdeling
heeft, die met voortvarendheid wordt uitgerust met de meest mo
derne apparatuur die er in Europa te krijgen is. Er moge in dit
verband wel eens smalend zijn gesproken van prestigeoverwegingen,
voor mij geldt dit als een zeer verheugend teken van vertrouwen
in eigen kracht. En is de aandrang uit ónze kring en uit die van
de landmeters naar ontvoogding, naar het slaken van de banden
met de belastingdienst (met welke we in wezen thans even weinig
meer van doen hebben als met een gemeente die de kadastrale ge
gevens voor haar straatbelastingadministratie gebruikt) niet iets,
dat uit dezelfde bron ontsprong?
Een ander aspect van de groei is de omstandigheid, dat de voor
oorlogse fiets grotendeels ook bij de L.D. het veld heeft geruimd
voor de dienst- en de eigen auto, al zou men in bepaalde streken
liever een ruimere „stationcar" verkiezen boven de kleine volks
wagen. Dit met het oog op het vervoer van kadstenen, theodoliet
en driepoten, en in verband met het gebruik van de auto als schuil
plaats tegen slecht weer.
Geleidelijk is het ouderwetse hoekmeetinstrumentarium gemoder
niseerd en de tijd is niet meer verre, dat met name bij de L.D. elk
bureau de beschikking heeft over de zo uitstekende Kern-theodoliet
DKM met de hypermoderne centreerstatieven, en dat ook het Ka
daster in gebieden met sterk- geaccidenteerd terrein en bij metingen
in streken met veel terreinhindernissen een DK-RT bezit, een zelf-
reducerende dubbelbeeldtachymeter met sterk vereenvoudigde
lengte-aflezing op een horizontale afstandsbaak.
En gaat de fototechnische dienst van het Kadaster niet met zijn
tijd mee? Ook de publikaties van collega Frinking over document-
reproduktie, en het rapport van de sub-commissie kaartreproduktie
uit de Rijkscommissie voor Geodesie, gaven ons een beeld van de
modernisering, op dit gebied gevolgd.
Niet alleen op de gestage vernieuwing van de technische hulp-
97