Rijnland werkzaam zou zijn. De Stad Leiden eiste hem mede op, om opnieuw het probleem van de verversing der singelgrachten te on derzoeken; opmetingen voor particulieren bleven voortgang vin den; de beheerders van de uitgestrekte landerijen van de voorma lige Abdij van Rijnsburg droegen hem het maken van kaartboeken op; de problemen der doorgraving van de landengte tussen het IJ en de Bresaep, waar 250 jaar later het Noordzeekanaal uitmondt, vroe gen zijn aandacht. Dan echter midden in zijn arbeid, overvalt een cholera-epidemie zijn vaderstad, waaraan ook Dou en één zijner zo nen ten offer vallen. Zondag 5 augustus 1635 overlijdt hij en op 8 augustus wordt ,,Jan Pietersz. Dou, met syn soon, bij den Burch" in de St. Pieterskerk begraven, naast de Lochorstkapel, in de noord-buitenwandeling aan de pilaar .getekend met no. 75" 22 Zijn zoon Johannes Dou, praktisch gevormd door zijn vader, pas afgestudeerd aan de Leidse Hogeschool, waar hij de wiskun delessen van Colius en de ,,duytsche mathematique" van Frans van Schooten23) had gevolgd, volgde hem als notaris en als land meter van Rijnland op. Weer zou de naam Dou uitblinken in de landmeetkundige wereld, als twintig jaren vóór de Zwitsers mr Jo hannes Douw in 1646 als eerste ter wereld een kaart publiceerde van een uitgestrekt (Rijnland)-gebied van 3000 km2 op een grote schaal van 1 30.000, rustend op een moderne trigonometrische grondslag 24 140 LITTERATUUR: Joh. Morgenster, Werkd. Meetkonst geheel omgewerkt door M. J. S. Bevel, A'dam-Dordt 182 (2 dln) 2) M. v. Nispen, Beknopte Lantmeetkonst, Dordt 1662. 3) J. Sems en J. Pz Dou, Practijck des Lantmetens..., A'dam z.j. (1600), J. Keuning, Monumenta Cartographica, Het Boek 1933/4 blz. 333 4) o.a. W. H. Schukking, Bij Leeuwarden's vestingplan, in Gedenkboek Leeuwarden 14351935, Leeuwarden 1935 pag. 114.117 5) Mr dr J. W. Verburgt, Het leven van Joh. Pz Dou..., Jbk Ned. Lett. Leiden 1932 blz. 57 uitvoeriger; dezelfde in Leids Jaarb. 1933/1934 blz. 18 e.v. (i) Prof. dr D. J. Korteweg, Het bloeitijdperk der wiskundige wetensch. in Ned., diësrede Amst. Univ. 1894. 7) Ik gebruikte het exemplaar uit de Kon. Bibl. 's Hage. 8) Mr J. Fockema Andreae, Geschied. Kartografie in Nederland, 's Hage 1947 pag. 18; dezelfde: Jan van Brouchoven, Leids Jrbk 1929/1930 pag. 80. 9) W. Pleyte, Leiden vóór 300 jaren en thans, Leiden 1874 mr J. C. Over- voorde, Catal. v. d. Prentv. van Leiden, 1906 no 24. 10) o.a. mr S. J. Fockema Andreae, De Rijnr. Roede, Tijdschr. v. h. Aardrijksk. Gen. jg 1932 blz. 643. 41) Groot Utr. Placaatboek, Utr. 1729, pag. 541. 12) J. C. Overvoorde, De ontwikkeling v. d. grenzen van Leiden, Leids Jrbk 1929/1930 pag. 1, noot 911, no 50.52. 13Mr Jb P. Amersfoordt, Een oud plan van doorgraving van Holland op zijn smalst, overdruk T. Kon. Inst. v. Ing. 1872/1873, 's Hage 1873. 14Nieuw Ned. Biogr. Wbk II 406 15) J. Sems en J. Pz Dou, Van het gebruyck der geom. instrumenten, A'dam zj (1600); Ir J. W. Dieperink, De techniek v. h. landmeten in een tweetal tijdperken der geschiedenis, Wageningen 1928, pag. 14.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1957 | | pagina 12