Opgaven mei landmeetkundige inslag
Opgave LXII
Zij die ook de opgaven in oudere jaargangen hebben bestudeerd,
zullen bemerkt hebben dat opgave XXXXIV. (jrg. 12, blz. 40 en
73) hetzelfde onderwerp behandelt, en dat beiden een bijzonder
geval zijn van het vraagstuk gesteld in opgave XIV (jrg. 7, blz.
75 en 98). We zouden dus kunnen volstaan met te verwijzen naar
die oplossingen en slechts de uitkomsten van opgave LXII vermel
den. Ten behoeve van hen die nog niet zo lang abonnee zijn en
ook omdat er zich nieuwe gezichtspunten hebben geopend, willen
we hier toch een uitgebreidere bespreking geven.
Oplossing L
141
16) J. Pz Dou, Tractaet vant maken ende ghebruycken eens nieu gheordon-
neerden Mathematische Instruments, Leiden 1612; Nieuw Ned. Biogr. Wbk
II 406.
17P. de Vos, De Vroedschap van Zierikzee, Middelb. 1931, pag. 423.
18o.a. Scheffer, Roterodamum Illustratum, R'dam 1868 no. 40
u>) Verslagen omtrent 's Rijks Oude Archieven 1915 biz. 422
19a) Dodt van Flensburg, Archief voor Wereldl. en Kerkel. Geschied., dl 7,
blz. 19 e.v.
20ook: mr S. Fockema Andreae, Beginselen van Ned. Metrologie, Ned.
Arch. Blad 49e jrg blz 201 J. D. v. d. Plaats, Over de Ned. Standaarden
der maten en gewichten van Snellius tot op den tegenw. tijd, Mndbl. v.
Nat. wetensch. 1895 pag 15 en. 1899 pag 134 e.v. (overdruk in Univ.
Bibl. Utrecht Q 2022).
21P. v. Campen, Tafels ter herleiding van oude Ned. lengtemaat en vier-
kante maat in nieuwe maat, Delft 1819 pag 40 e.v.
22Begraf. register no 7. fol. 50
23o.a. Dr H. E. v. Gelder, Ratio Arti Perditrix Jrbk Ned. Lett. 1935/1936
pag. 72
24S. J. Fockema Andreae, N.a.v. Floris Balthasar's groote kaart van Rijnland,
T.A.G. 1929 pag. 374 dezelfde: Geschied, v. d. Kartogr. in Ned. blz. 68.