'ma as snelliuspunt met drie achterwaartse of binnenrichtingen zijn be paald, zouden we in dit geval P en Q ook door transformatie kunnen vinden. Oplossing 4. M. Meywaard heeft de volgende oplossing ingezonden: Hij maakt gebruik van het tweede snijpunt S' van de omgeschreven cirkels van A PAB en A QBC, Van dit punt zijn nl. via een der snelliusmethoden direct de coördinaten te bepalen (<A AS'B APB en BSC </BQC). Maar dan zijn ook S'PB S'AB en BQS' BCS' bekend, waarna, door aan PQ een voorlopige lengte te geven, na enig gereken PBS' en S BQ te bepalen zijn. Oplossing 5. M. Vermey zond ons de volgende oplossing. Van A PQB is het model bekend. Wanneer we P zich laten verplaatsen langs de om geschreven cirkel van A PABzal de meetkundige plaats van Q ook een cirkel zijn. Dit is als volgt in te zien. We trekken middellijn BPX in cirkel Mx en construeren vervolgens A Pi Q i Bv oo A PQB. Maar dan is ook A P\PB oo A QiQjP en BQQX </BPPa 100 gr, d.w.z. ligt op de cirkel met BQX als middellijn. Voor de berekening bepalen we dus achtereenvolgens de coördi naten van Mx, Pj, Qlt M3, M2, Q (BQ wordt door M3 M2/oo<4- recht middendoor gedeeld) en P. 144

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1957 | | pagina 16