dank voor haar inspanningen reeds kort na het Ontzet haar Universiteit, waarheen de vader van Willibrord Snellius werd geroepen, om als eerste professor in de wiskunde te worden be noemd. De beroemde Simon Stevin, in 1548 te Brugge geboren en aanvankelijk voor de koophandel opgeleid, week vermoedelijk onder de druk van het Spaanse bewind naar Duitsland uit en be landde na een lange zwerftocht door Pruisen, Polen en Scan dinavië in 1580 in de Sleutelstad. Twee jaren later was hij er de leermeester in de wiskundige wetenschappen van de jeugdige Prins Maurits. Omstreeks de komst van Stevin in Nederland vangt het bloei tijdperk der wiskunde in de Zeven Provinciën aan 6) en in deze beginperiode groeit de jonge Jan Pietersz Dou op in een stad, waar de aanraking met de wetenschapsmensen veelvuldig kan zijn en waar de praktische landmeetkunde sedert enige eeuwen gekoesterd werd door de meest voortreffelijke landmeters, die er in de Noorde lijke Nederlanden te vinden waren en die in het zeer-begeerde landmeterschap van het Hoogheemraadschap van Rijnland hun dagelijks emplooi vonden. Hoezeer de landmeters van Rijnland steeds op de hoogte waren van de modernste meetmethoden, leert ons de hermeting van ge heel het gebied van het Hoogheemraadschap in de jaren 1540 1544. Nauwelijks enige jaren tevoren was een werkje verschenen van de hand van de wiskundige, sterrenkundige en geneeskundige Gemma Frisius uit Leuven: ,,Een boecxken seer nut ende profyte- lyck, alle Geographiens leerende hoemen eenighe plaetsen beschry- ven, ende het verschil ofte distantie derselver meten sal..." 7). Hier uit kon de landmeter leren, hoe men na meting van een basis en na hoekmeting van een stelselmatig over een landschap gelegd net van driehoeken tot de samenstelling van een tamelijk nauwkeurig kaartbeeld komen kon, iets wat vóór 1533 in onze streken nog tot de onmogelijkheden behoorde. De opmeting van Rijnland, zeven jaren later, geschiedde naar de beginselen, in het boekje van Gem ma Frisius vastgelegd. De grootte-bepaling der ambachten en dor pen gebeurde mede met behulp van basis- en hoekmeting, waardoor een belangrijk snellere berekening van de 70.000 morgen vrucht dragende landen van Rijnland kon worden verkregen 8). Maar niet alleen Rijnland zorgde op het gebied van de meterij ,,bij" te zijn, ook de stad Leiden zelf was op dit terrein de andere steden verre voor. Bijna vier eeuwen na de vervaardiging zijn de veldwerken, van de hand van de Leidse stadslandmeter Mr. Salomon Davids- zoon van Dulmanhorst 9), die tezamen een volledig straten- (32 platen) en grachtenboek (96 platen) van Leiden vormen (1578) nog een lust voor het oog van de op dit punt toch wel verwende landmeetkundige van het Kadaster. In dit modern milieu nu, waar landmeters van formaat, als Symon Aerntsz van Bruyningen, Symon Fransz van Merwen, Jacob van Banchem, Salomon Davidsz. van Dulmenhorst leefden en werkten, en waar Snellius en Stevin 131

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1957 | | pagina 3