M. RIJSDIJK:
Een nieuw hoofdstuk gerichte vlakke
driehoeksmeting
Benaderde coördinaten,
(H.T.W. V, 6; blz. 174). Ter bepaling van de coördinaten
van een punt P worden in dat punt richtingen gemeten naar een
aantal reeds in coördinaten bekende punten (achterwaartse- of
binnenrichtingen)hetzij op een of andere wijze georiënteerde rich
tingen vanuit deze punten (voorwaartse- of buitenrichtingen).
Uit 3 gemeten binnenrichtingen is het punt P te bepalen, behalve
in het geval, dat zowel het te bepalen punt als de bekende punten
op of nabij een cirkel liggen. Voor deze zgn. gevaarlijke cirkel be
hoeft geen vrees te bestaan als men bedenkt, dat dan alle punten
binnen de halve horizon zouden moeten liggen en het middelste
punt op de grootste afstand.
Zijn slechts 3 richtingen gemeten, dan heeft men op het resultaat
geen enkele controle. Elke richting meer dan die drie is een over-
tallige en het is duidelijk, dat we die niet overtollig noemen. Die
overtallige richtingen vereisen een vereffening. Men begint dan
en slechts met dat begin willen we ons in dit artikel bezighouden
met de bepaling van de benaderde coördinaten van het punt P.
Daartoe doet men uit de beschikbare richtingen een zodanige keuze,
dat men daaruit volgens een der methoden van V, 5 (blz. 172/4)
zo nauwkeurig mogelijk coördinaten van het punt kan berekenen.
Deze benaderde coördinaten mogen niet te veel van de definitieve
afwijken; het is in het algemeen gewenst de benadering binnen een
ol twee dm te houden.
In genoemde paragraaf worden achtereenvolgens beschreven:
I. Voorwaartse snijding;
II. Snijpunt alleen uit coördinaten;
III. Zijwaartse snijding;
IV. Dubbelzinnige snijding;
V. Achterwaartse snijding volgens constructie van Cassini en
VI. Achterwaartse snijding met barycentrische coördinaten.
Over de onderdelen I, II en III maakte ik in dit orgaan jrg. 1957,
blz. 52, reeds enkele opmerkingen. Ditmaal zijn de overige punten
aan de beurt en ik wil dan beginnen met wat in deze paragraaf ont
breekt, n.l.:
De basishoekenmethode.
Dat de basishoekenmethode in de H.T.W. niet bij de snijpunts
bepalingen op blz. 172 is vermeld, maar op blz. 147 wordt beschre
ven is vreemd, maar vreemder nog is de toelichting, welke daarbij
gegeven wordt. Tot tweemaal toe wordt daar gezegd, dat eerst het
166