Het schrift wijst er op, dat de vervaardiging stamt uit de tijd
van de koningen van Ur.
De gebruikte opp. maten zijn weer uitgedrukt in gan ((100 gar-
du)2 gan; sar (gar-du)2; su 10 gar-du).
Voor de oppervlakte van vierhoek ABCD vinden we:
11 SO V 170
9647,50 )2. Ingeschreven is echter 5 X 18 6
3^ 4- 34 96,75 gan. Het is een feit, dat de landmeter niet de
lengte BD noteerde; daaruit zou volgen, dat hij de figuur als een
rechthoekig trapezium beschouwde.
De onderzoekers prijzen meermalen de grote zorg, waarmee dit
soort metingen moet zijn geschied. Indien er al nu en dan tegen
strijdigheden optreden, moet men zich toch hoeden tegen een te
snel oordelen over vermeende fouten van de Sumerse bewerker.
Voor een beter begrip van de toenmalige methode van meten is
raadpleging van het artikel ,,Mesures agraires et formules d'arpen-
tage a l'époque présargonique" van de eerder genoemde kolonel
Allotte de la Fuye leerzaam. Het is opgenomen in Revue d'Assy-
riologie et d'Archéologie Oriëntale, vol. XII, no. 1, 1915. De schrij
ver bespreekt hier verscheidene tabletten, die opmetingen van vel
den, tuinen en huispercelen bevatten.
Hier stond de landmeter(s) blijkbaar een ander doel voor ogen
dan bij de overige metingen. Men vindt tenminste steeds volle
maatéénheden genoemd, nooit onderdelen. Er wordt daarom ver
ondersteld, dat naar de mate van de waarde der gronden de nauw
keurigheid wisselt. In deze serie geven alleen de gebouwen nauw
keuriger uitkomsten.
Eén van deze kleitafeltjes noemt de auteur ,,une matrice cadas-
trale". Het is een verzameling van maten en oppervlakten van
percelen grond, in gebruik bij een zekere Urdingirningirsu; het
terrein ligt in het domein van de patési en wordt genoemd Usar-
tiras-dua, welke naam ook reeds voorkomt als naam van een grond
stuk, gift van de patési Lugal-anda.
De studie van Allotte de la Fuye toont o.m. aan, dat de bewer
kers van deze documenten van Lagasj uit een periode die ligt vóór
de tijd van Sargon zeker de formules kenden van de oppervlakten
van onregelmatige veelhoeken. En dat in 2800 v. Chr.!
De standaardinstrumenten
In het begin van dit artikel spraken wij over de standaardmaat,
welke diende om de reële lengten vast te stellen.
In het Louvre staan twee zittende beelden" van Gudea, de
priestervorst van Lagasj, die beide op hun schoot een tafeltje
houden, waarop een driekantige liniaal met schaalverdeling en een
tekeninstrument zijn voorgesteld.
196