Het zou te ver voeren, alle bekende kadastrale gegevens te be
spreken.
Wij menen echter met deze enkele voorbeelden te hebben aan
getoond, dat opmetingen van onroerend goed plaatsvonden sedert
onheuglijke tijden en dat telkens meer documenten aan de vergetel
heid worden ontrukt.
Opgaven mei landmeetkundige inslag
Opgave LXIII
Deze in feite niet moeilijke en niet bewerkelijke opgave blijkt toch
wel enige bezwaren te hebben opgeleverd. Of is het de schuld van
de vakantieperiode dat er minder inzendingen zijn dan gewoonlijk?
Bij het oplossen van dit vraagstuk beginnen wij met het bereke
nen van de overgangshoek van 371 naar 45 voor de richting naar I.
En hoe vinden we deze? Als we A 45371I in ogenschouw
nemen, constateren we, dat van deze driehoek drie gegevens be
kend zijn: ^371 en de lengten 45371 en 45I (deze laatste uit
de coördinatenverschillen te berekenen). Met behulp van de sinus-
regel kunnen we dus b 371I45 bepalen. Verminderen we
nu argument 45I met ddan vinden we argument 371I, waar
uit we 45371 afleiden. Nadat hierna de coördinaten van 371 in
3 decimalen zijn bepaald, berekenen we allereerst als controle op
onze (overgangs-) berekening argument 371I uit de coördinaten-
verschillen van 371 en I. De aldus gevonden waarde moet overeen
stemmen met de waarde die we met behulp van <3 hebben afgeleid.
Na de bepaling van argument 46II zijn we toe aan de bereke
ning van de veelhoek. Hierin komt de korte zijde 373374 voor,
waarbij op de uiteinden de richtingsmeting naar een vlaggestok is
opgenomen, waarvan echter geen coördinaten gegeven zijn, maar
wel de afgepaste en afgeronde afstand 374vlaggestok.
199
LITERATUUR:
A. Parrot, Tello. Vingt campagnes de fouilles, 18771933 (Paris 1948); E. de
Sarzec et L. Heuzey, Découvertes en Chaldée (Paris 18891912); P. Deimei,
Die Vermessung der Felderin tijdschrift „Orientalia", april 1924, no. 4, 2;
Commentarii de rebus Assyro-Babylonicisin .Orientalia" no. 51922
(Roma I); B. A. van Proostdij, Kernmomenten der antieke beschaving (Leiden
1947); A. Poebel, Grundzüge d. Sumerischen Grammatik (Rostock 1923); Cun
eiform texts from Babylonian tablets in the British museum, L. W. King; Zeit-
schrift für Assyriologie und verwandte Gebiete, 1909, XXIII en XXII; Revue
d'Assyriologie, vol. Ill, no. 3 1894 en vol. IV, 1898; Journal Asiatique, 10e
série, tome XIII, 1909; Fr. Tureau-Dangin, Esquisse d'une histoire etc.; Neu-
gebauer, Textes mathématiques; G. Reisner, Tempelurkunden aus Tello; art. van
E. Unger in Publikationen der Kaiserlich osmanischen Museen I, Constantinopel,
1916; Bruno Meissner, Babylonië und Assyrië, II Band, 1925 en diverse werken
van Schorr, Streek, Langdon e.a.