212
De leden met hun echtgenoten krijgen volop gelegenheid tot persoonlijk contact.
Men leert elkaar kennen en er worden vriendschapsbanden aangeknoopt.
Het spreekt voor zichzelf dat hierdoor de saamhorigheid niet alleen enorm
wordt gediend maar er ontstaat bovendien een geest van weldadige mildheid,
ook tijdens de werkvergaderingen, die de soms ook hier fel botsende meningen,
blijft overheersen.
Dit wisten wij uit ervaring en het stond dus reeds bij voorbaat voor ons vast
dat wij tijdens de herdenking van dit 50-jarig jubileum, waar het accent op het
feestelijke gedeelte zou liggen, stellig prettige dagen zouden meemaken.
Collega Vermeulen en de voorzitter met de wederzijdse echtgenoten hebben
namens onze vereniging de uitnodiging aanvaard en de herdenking bijgewoond.
Op 13 juli arriveerden wij 's middags om 12.30 uur te Bergen waar twee
Belgische collega's bij het station ter begroeting aanwezig1 waren, die ons
onmiddellijk met een auto naar ons hotel brachten en vervolgens naar het
stadhuisplein waar de officiële ontvangst door de schepenen van de stad in
middels had plaats gehad.
Wij begroetten oude bekenden, het gehele bestuur, de eveneens ons bekende
Franse delegatie en vele anderen.
Daarna gebruikten wij samen een warme lunch. Vervolgens vond de krans-
legging plaats bij het fraaie monument ter herdenking van de gevallenen van
de eerste en tweede wereldoorlog.
De vermelding op het monument van de indrukwekkende rijen van namen,
allen inwoners van Bergen, die hun leven gaven, ook voor onze vrijheid,
maakte ons duidelijk dat het offer voor de gemeenschappelijke strijd ook bij
onze Belgische vrienden zeer groot is geweest.
Ter gelegenheid van dit jubileum meenden wij onze verbondenheid het beste
tot uiting te brengen door namens de Vereniging van Technische Ambtenaren
van het Kadaster in Nederland, een krans met de linten in de vaderlandse
kleuren bij dit monument neer te leggen.
.Het was een sobere maar niettemin ontroerende plechtigheid.
Daarna voerde de weg ons naar het Hoger Handelsinstituut van Bergen,
waar een academische zitting plaats vond van het Verbond. Hier maakten wij
kennis met de kabinetchef van het Ministerie van Financiën en diens echtgenote
en vele andere autoriteiten.
Tijdens deze zitting werden onderscheidingen uitgereikt door het Belgisch
Verbond van Kadaster personeel aan de twee bestuursleden Ch. de Neuter en
R. Platton voor hun onvermoeibaar streven en werken voor de vereniging,
alsmede aan enige leden w.o. de vroegere penningmeester en de ons welbekende,
beminnelijke collega Van den Hove.
Reeds tijdens deze zitting en vele malen gedurende de volgende dagen werden
wij getroffen door de begeesterende wijze waarop de onvergelijkelijke president
van het Belgisch Verbond, monsieur R. Langouche, het geheel leidde.
Men voelt het, elk woord dat deze man spreekt, elk gebaar dat hij maakt, komt
uit zijn hoofd en uit zijn hart.
Hij beheerst elke situatie volkomen, de ernstige zowel als de komische. Hij
sleept zijn toehoorders mee naar uitingen van laaiend enthousiasme en naar
momenten van diepe bewogenheid.
Hij is geniaal en alle leden weten dat.
Na dit officiële gedeelte werden wij vergast op een verstrooiïngsprogramma
onder leiding van de heer Willy Navez en met medewerking van twee
sopranen, de dames Ed. Culot en Lou Mare en de tenor Louis Beghen die wij
ook de volgende dagen tijdens de diners nog verschillende keren zagen optreden.
Wij hebben er van genoten, niet alleen van de zang, maar bovenal van de
spontane wijze waarop deze werd uitgevoerd.
Wij kregen het gevoel dat deze mensen zich uitleefden in hun zingen omdat
zij zichzelf begenadigd voelden door hun mooie stemmen.
Zo was het ook met de volledige uitvoering in oratoriumvorm van de opera
Cavaleria Rusticana, die ons na een koud buffet in het avondprogramma werd
aangeboden.
Het was alles zo eenvoudig van opzet, een dirigent in een grijs costuum,