op grond van bovengenoemde selectie en mede naar aanleiding
van datgene wat er over meegedeeld is, dat er bij ons corps blijk
baar zo'n groot percentage beneden de middelmaat is en daaren
tegen bij het corps landmeter 96 a 97 boven de middelmaat
komt.
Dit laatste leiden wij af uit de benoeming van de landmeters
le kl. (salaris ingenieur le kl.) tot hoofdlandmeter (salaris hoofd
ingenieur).
Gerekend van de oudste af werden, behoudens enkele uitzon
deringen, (om het inmiddels gewijzigde Ambtenaren Besluit Be
lastingdienst niet helemaal te verkrachten) allen middels „keuze-
benoeming" in de hogere rang bevorderd.
Welk redelijk mens zal durven volhouden dat deze percentages
van boven- en beneden de middelmaat van deze twee groepen
ambtenaren zo ver uit elkaar liggen?
Totdat het bewijs hiervan geleverd is, durven wij te stellen dat
het een meten met twee maten is geweest.
Onder deze omstandigheden leven en werken wij bij de Land
meetkundige dienst van het Kadaster.
Wij constateren tevens:
Dat het woord teamgeest bij de Kadastrale dienst een begrip is,
dat men er niet kent omdat het nimmer door de dienstleiding of
de hoofdambtenaren is gehanteerd.
Dat de goede prestaties van verscheidene landmeetkundige amb
tenaren in onvoldoende mate zijn erkend, met dien verstande dat
er hier en daar wel eens een gratificatie werd verleend, maar dat
zij in de uitoefening van hun werkzaamheden meer zijn terugge
drongen dan aangemoedigd.
Dat de promotiekansen momenteel voor de excellerende land
meetkundige ambtenaren A. onvoldoende zijn.
Dat de salarisverhoging uitsluitend voor de zogenaamde top
functionarissen", waarvan er blijkbaar duizenden zijn in Nederland,
de verhoudingen in de bezoldiging dermate scheef heeft getrokken,
dat dit niet is te aanvaarden.
Alles bij elkaar genomen is het eindresultaat, dat de arbeids
vreugde volkomen is verdwenen en plaats heeft gemaakt voor een
stemming van grote ontevredenheid en onverschilligheid, die zeer
zeker de kwaliteit en de kwantiteit van het werk beïnvloedt.
LUCTOR
Het Bestuur V.T.A.K. gaf op bovenstaande uiting het volgende
commentaar:
Het bestuur moet helaas constateren dat de beweringen in bo
venstaand artikel een grote kern van waarheid bezitten. De gang
van zaken bij het Kadaster t.a.v. de positie van het lager en mid
delbaar personeel is de laatste jaren inderdaad zeer bedroevend en
heeft de goede geest onder het corps landmeetkundige ambtenaren
ernstig aangetast.
219