s s s X Ya) cot9 *P (1 YM A ~^~Yb~ ^a) cotg^ Het verband tussen (5) en (11valt onmiddellijk op als we be denken, dat de som van de coördinaten van B en C het dubbele is van die van M. Maar de formules (9) en (10) zijn ook minder eenvoudig te maken. We doen dat, omdat we veelal liever met cotangenten wer ken (vaak zal cp tussen 50 en 150 gr groot zijn). Als we de tangen ten in (9) en (10) vervangen door de cotangenten ontstaan: XM XB+ \yb-(Ya y2 cotg (13) V cotg 9? YM= Yb-^B- (*A+ ^~)j V* cotg 9. (14) Nu blijken deze formules slechts aan te tonen, hoe lastig een eenvoudige bewerking in de rekenmachine te formuleren is. Want ook de bewerking van deze formules is verrassend eenvoudig. Schema II (berekening Xm en Ym met behulp van cotangenten): Or ya Ib cotg cp V» cotg cp cotg cp Va cotg cp Rr ya Yb Ym Of in woorden uitgedrukt: Van A APB waarin behalve de coör dinaten van de punten A en B gegeven is de tophoek 99= (PB) (PA), berekenen we de abscis van het middelpunt M van de om geschreven cirkel door in de rekenmachine in te stellen de rechte door het punt A met cotg cp als richtingstangens, daarna het resul- Jaarregister bij te draaien naar de abscis van B om vervolgens, met H cot9 W °P het instelbord, in het omwentelingsregister te draaien de ordinaat van P. Op dezelfde wijze vinden we de ordinaat van M door X en Y van plaats te verwisselen en de cotangenten met tegengesteld teken te nemen. Slechts in één geval zal de machine haar diensten weigeren, als n.l. (p 100 of 300 gr, in welk geval de berekening uit het hoofd kan geschieden. Dubbelzinnige snijding. In het te bepalen punt P zijn gemeten de richtingen naar de be kende punten A en B, terwijl ook het argument van een ander be kend punt (N) naar P gegeven is. De meetkundige plaats van drie- 170 Am XB XM

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1957 | | pagina 6