uit, dat in het te bepalen punt P zijn gemeten de richtingen naar de
bekende punten AM en B, En zoals bij een der methoden (Cas-
sini) reeds gebruikelijk was, stellen we voor alle te bespreken
methoden:
(PA) a (PM) en (PM) p (PB).
AEen onbekende methode
Deze methode (het is mij niet bekend of ze ook een naam draagt)
bestaat uit het bepalen van de coördinaten van de middelpunten
Ma en Mbwat met behulp van de formules (13) en (14) geschiedt
(schema II). De rechte MAMB, waarvan we nu de richtings(co)-
tangens kunnen bepalen, wordt gesneden met de loodrecht daarop
staande rechte MP in 5 volgens de methode Heckmann-Tienstra.
Het dubbele van de coördinaten van S, verminderd met die van M,
geeft de coördinaten van het punt P.
Deze methode wordt hier slechts gegeven, omdat zij zo eenvoudig
te verklaren is en zo'n aardige demonstratie is van wat met de
basishoekenmethode mogelijk is geworden.
BMethode Cassini.
De hulppunten C en D liggen diametraal tegenover M resp. op
de omgeschreven cirkel van A APM en op die van A MPB
172
Fig. 4
Fig. 5