Het komt mij op voorhand gewenst voor, dat ze dit wel doet. Ik hoop, dat de commissie-Prinsen met grote voortvarendheid zal werken en dat ze spoedig haar rapport zal uitbrengen. Ik zie het met belangstelling tegemoet. De instelling van deze commissie en haar werk zonder meer heeft echter geen invloed op het inlopen van de achterstand, welke er bij het kadaster momenteel is. De cijfers, die de Minister in de bijlage op blz. 18 van de Memorie van Antwoord geeft omtrent deze achterstand, zijn ontstellend. Dit te meer, omdat ondanks de beperkte produktieverhoging de achterstand sinds 1953 van jaar tot jaar sterk toeneemt (ook nu weer in het afgelopen jaar), zoals blijkt uit de laatste kolommen van de cijfervaststelling, die de Minister heeft gegeven. Zij bedraagt nu reeds meer dan de totale produktie van 3 tot 5 jaar bij de akten- en controleursposten. En het duurt zeker 10 jaar voor deze achter stand is ingehaald. Over ruilverkaveling en hermeting spreek ik maar niet, want dan zou ik nog wel tot andere conclusies komen. Een kadaster met een dergelijke achterstand verliest een deel, misschien wel een belangrijk deel, van zijn waarde. De Minister waagt zich in zijn Memorie van Antwoord ook niet aan een prog nose ten aanzien van het inlopen van de achterstand. Ik betreur dit. Hij doet mededelingen over het verminderen van het personeels verloop en tegelijk over de manieren, waarop nieuw personeel kan worden aangetrokken, die hopelijk in de komende jaren een bij drage kunnen leveren om de achterstand niet nog groter te doen worden. Iets nieuws is hierbij echter niet. Reeds bij vorige begro tingsbehandelingen deelde de Minister mede, dat hij hoopte, in de toekomst afgestudeerden van de H.T.S. te kunnen aantrekken. Over de effectieve plannen van de Minister om hier nu eens reso luut hulp te bieden, tasten wij echter in het duister. De Minister is toch niet voornemens om alles zo te laten voortsudderen in de hoop, dat het over 10 of 15 jaar uiteindelijk in orde zal zijn. Ik heb begrepen, dat de Minister aanzienlijk meer tekenaars wil recruteren, doch ik zou ook gaarne van hem vernemen of hij cok andere plannen heeft, of hij b.v. voornemens is sommige kleine bureaus op te heffen en andere bureaus om te zetten in een nieuwe samenstelling of nieuwe bureaus in te richten, dus de dienst te reor ganiseren, om ze effectiever te kunnen doen werken. Wat zijn de plannen van de Minister in dezen? Ik zou ten slotte graag van de Minister vernemen, of hij voor nemens is een aantal landmeters lste klasse te bevorderen tot hoofdlandmeterBen ik wel ingelicht, dan heeft deze bevordering in 1957 niet plaatsgevonden. Mijnheer de Voorzitter! De Minister begrijpe, dat de kadastrale dienst zo belangrijk is, dat daaraan door hem zijn bijzondere aan dacht moet worden geschonken, juist nu er zo'n grote achterstand in de werkzaamheden bestaat. Ook de Heer A. R. Vermeer sprak over dit onderwerp. 12

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1958 | | pagina 12