biz. 94 en biz. 95. De laatste zin van biz. 94 en de eerste van
biz. 95 vervangen door: „Een grillige veelhoek als voorgesteld in
fig. III. 5. d. kan men in aan elkaar sluitende trapeziums (en enkele
driehoeken) verdelen, zonder dat deze over elkaar vallen,
blz. 98 r. 13 v. o. de tweede Yc vervangen door Yö.
blz. 109 r. 18 v. o. X'0 veranderen in Y'0.
blz. Ill in de formule voor I2 de tweede XB veranderen in XA
In de laatste kolom Yn j Xnveranderen in (Xn j Xn).
blz. 116 r. 10 v. b. IV. 1. C. veranderen in IV. 1. I.
blz. 146 r. 11 v. b. „Wildervank" aanvullen tot „Wildervank 2".
blz. 163 r. 4 v. o. sin hi veranderen in sin hi
blz. 195 r. 5 v. o. 4- 10398,92 4-39560.50 veranderen in
4- 10402,00 4- 39557,95.
r. 1 v. o. 12,817 veranderen in 8,817.
blz. 203 r. 12 v. o. 166,693 veranderen in 166,299.
Hoe werkt de fiscus? lie druk, mei 1957. Bewerkt door
J. F. de Jong en A. Bouman. Uitg. N.V. Uitgevers
maatschappij JE, E. Kluwer, Deventer-Djakarta. Prijs
6,95.
Verschenen is de He druk van „Hoe werkt de Fiscus?" Sedert
de verschijning van de eerste druk zijn vijf jaren verlopen. De om
vang (200 blz.) is gelijk gebleven. Hoewel enkele hoofdstukjes zijn
vervallen en de tekst hier en daar is bijgewerkt, mag men zeggen
dat in het algemeen de inhoud dezelfde is.
Taak en organisatie van de belastingdienst, en van het kadaster,
rechtspositie van de ambtenaar en de ambtenarenrechtspraak, de
opleidingen en promotieregelingen en nog veel meer, vinden in dit
prettig leesbaar boekje een plaats.
Bij het onderdeel „kadaster" is een extra plaatje opgenomen.
Hier is het hoekmeetinstrument en de dienstauto vereeuwigd.
Wij namen nota van verschillende verbeteringen in de tekst. Zo
is het aantal per jaar uitgevoerde metingen verhoogd (van 50.000
tot 65.000). Ook de nieuwe fotogrammetrische dienst van het
kadaster is genoemd. Het aantal ruilverkavelingsbureaus is thans
11, het aantal objecten dat ligt te wachten op uitvoering, is sedert
1952 vreemd genoeg onveranderd gebleven. De landmeter is nog
steeds 150 dagen per jaar „te velde"; is dit aantal als gemiddelde
niet wat hoog? Wij kijken wat onwennig naar de mededeling, dat
in de toekomst een deel van het werk des landmeters door andere
ambtenaren zal worden overgenomen
Zijn de auteurs hier niet wat achter?
De chefs de bureau bij de kadastrale diensten worden niet ge
noemd, wel schijnt een deel van hun werk door de „landmeters" te
zijn overgenomen (blz: 87/88).
Het zeer overzichtelijke werkje bevelen wij gaarne aan.
21