Opgaven met landmeetkundige inslag Opgave LXIV. De bespreking van deze opgave kan kort zijn, bij de oplossing ontmoeten we geen bepaalde moeilijkheden. We beginnen met de berekening van de coördinaten van de hoek- punten van het trapezium en die van het punt M. A> D en M kunnen we volgens de meetpuntenmethode behandelen, echter ook op transformatiemanier (dit laatste is veiliger met het oog op het grotere risico van het maken van fouten bij de meetpuntenmethode). De coördinaten van B en C volgen daarna uit argument en afstand, nadat we eerst arg. AB t= arg. DC hebben afgeleid uit arg. AD en de hoek A van het trapezium. Om opeenhoping van afrondingsfouten te voorkomen is het gewenst de maat bij het voetpunt van de loodlijn uit D op de meetlijn in 3 decimalen te berekenen. Dit geldt eveneens voor alle te berekenen coördinaten, deze worden immers nog weer gebruikt voor verdere berekening. Zo leiden we ook arg. AD af uit arg. 144145 en de hoek die deze meetlijn maakt met AD. De waarde van de sinus van deze hoek volgt direct uit de gegevens. Wel con troleren we arg. AD door berekening uit de coördinaten. Dit is tevens een controle op A en D. B en C kunnen we controleren door de lengte BC te bepalen. Hierna is de berekening van de coördinaten van S1 en S2 aan de beurt. We moeten de cirkel met middelpunt M en r 100 m snijden met de rechten AD en BC. Dit kunnen we op verschillende manieren doen. Voor rechte AD: In A MDS1 uit de direct en indirect bekende elementen MDS1 afleiden, hiermee arg. MSX vaststellen, waarna de coör dinaten van S1 volgen uit argument en afstand (controle: S1 moet op AD liggen). Of het voetpunt Mx van de loodlijn uit M op AD bepalen, m.b.v. de lengte MMX de lengte van MXSX afleiden en nu Sx vanuit Mx met argument en afstand bepalen. Ook is m.b.v. MMX MS1M1 te bepalen, enz. Maar we kunnen ook de methode toepassen door M. Rijsdijk beschreven op blz. 7 van de vorige jaargang. Nadat op een der aangegeven manieren S!2 is bepaald, rest ons nog de berekening van het gevraagde oppervlak. Dit kunnen we ook weer op verschillende manieren doen: le uit opp. vierhoek SXS2CD opp. segment SXS2; 2e uit opp. sector MS1S2 opp. A MDSX opp. A MDC opp. A MS2C. De oppervlakte van de figuur gevormd door de drie driehoeken is in één doorgaande bewerking te berekenen, door n.l. „Ellin-g" 25

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1958 | | pagina 25