Ik heet de aanwezige leden, oud-leden en vooral ook de Bel
gische gasten, de heren de Bree en Van Dorpe van de Federatie
van Kadasterpersoneel hier van harte welkom.
Wanneer wij ons in deze besloten kring afvragen wat de her
denking van dit 60-jarig bestaan van de vereniging voor ons be
tekent, dan kan het bijna niet anders of onze gedachten gaan
terug naar dat kleine groepje, dat in 1897 het besluit nam tot
oprichting. Genoodzaakt door de omstandigheden wilden deze
collega's door hun gezamenlijk optreden verbeteringen in hun
positie bewerkstelligen. Het is nog steeds zo dat wij, zij het dan
met enigszins aangepaste en veralgemeende doelstellingen, nog dik
wijls strijd hebben te leveren om rechtvaardige wensen gehonoreerd
te krijgen.
Wij denken ook aan de vele bestuurders en leden, die door hun
gemeenschappelijke initiatieven aan onze vereeniging vorm en
gestalte gaven.
Verscheidene van deze zijn ons ontvallen. Ik stel U voor, hen
allen staande te herdenken. Slechts enkele namen, die de gehele
groep omspannen, wil ik hier noemen: Beijer, Jeronimus, A. P. H.
Jacobs, H. v. d. Meer en R. B. de Boer.
Ter hunner ere lees ik U een deel van een gedicht voor, dat
onze onvergetelijke Beijer bij de herdenking van het 40-jarig
bestaan van onze vereniging aanhaalde:
de oude beelden groeien
Van allen, die ons hier zijn voorgegaan,
Die door hun sober en hun eerlijk leven
Hun plichten kenden langs een vaste lijn
En door het heden vele draden weven
Die onze jong'ren thans totrichtsnoer zijn."
In de korte tijd, die wij beschikbaar hebben, kunnen wij van de
rijke geschiedenis slechts enkele hoofdzaken memoreren. Wij laten
daarbij onze gedachten tevens uitgaan naar het algemeen maat
schappelijk beeld van de periode 18971957.
Twee wereldoorlogen teisterden de wereld. Enorme veranderin
gen bracht deze strijd op sociaal-, economisch-, cultureel, politiek-
en vakverenigingsgebied.
De techniek maakte enorme vorderingen. Hoewel wij bewonde
ring hebben voor de grote geesten, die deze techniek verfijnden,
moeten wij ons tegelijk verontrust afvragen, of de technische revo
lutie de mens niet uit de hand zal lopen. Dat moet rampzalige
gevolgen hebben. V/ij mogen constateren, dat de individu in deze
steeds technischer wordende wereld voortdurend meer geïsoleerd
komt te staan.
Uit de eerste acties van de vereniging stippen wij aan, dat de
kleine groep reeds in 1902 wist door te dringen tot de toenmalige
minister van Financiën en daar de volgende wensen kenbaar
maakte:
verbetering van de positie der tekenaars in het algemeen en
30