De onderverdeling der secties in bladen buiten beschouwing latend, kreeg men tenslotte de administratieve aanduiding van de kleinste eenheid het perceel door een nummer. De begrips bepaling, van wat onder een perceel moet worden verstaan, was in de Recueil Méthodique dermate scherp gesteld, dat deze het bij het Nederlandse Kadaster langer dan een eeuw heeft uitge houden: Een perceel is een stuk grond, meer of minder groot, gelegen in hetzelfde kanton, dezelfde streek of plaats, bevattende eenzelfde soort van bebouwing en behorende aan eenzelfde eige naar. Een veld van dezelfde bebouwing, aan dezelfde eigenaar behorende, maar in tweeën verdeeld door een heg, een brede diepe gracht, een openbare weg, rivier, beek, of andere vaste grens scheiding, vormt twee percelen. Deze drie administratieve elementen samen, nl. de gemeente, de sectie en het volgnummer van het perceel vormen sedert de oprichting van het Napoleontische Kadaster de kadastrale aan duiding. De eerste jaren vóór- en van zijn bestaan kent onze Neder landse grondadministratie dan nog een andere afwijking, nl. Ie. het supplementaire minuutnummer, het bisnummer op het mi nuutplan dat vermoedelijk ontstond in de periode tussen de oor spronkelijke meting en het tijdstip der vaststelling en afsluiting; 2e. het letternummer (b.v. 100a, 100 b, enz.). In hoeverre het Duitse systeem van vernummering invloed heeft uitgeoefend op de afwerking der suppletoire metingen hier te lande, weet ik niet, maar de omstandigheid dat men op verschillende ka dastrale minuutplans percelen aantreft, die het nummer dragen van het „moederperceel" onder bijvoeging van een letter, geeft wel een aanwijzing. Een aanwijzing, dunkt mij, in de richting van de ge- dachtengang die ook de Duitsers tot voor kort er toe bracht, op de kadastrale kaart en in de legger de continuïteit met het perceels verleden door vermelding van het „moederperceer vast te houden. Voor Nederland werd met dit hele ingewikkelde nummerings systeem al zéér spoedig gebroken, maar onze Oosterburen bij wie de kadastrale geschiedenis op andere wortels stoelde zouden nog bijna lj/4 eeuw op de oude voet voort gaan, alvorens ook op dit gebied van een zekere Europese integratie kon worden gesproken. Perceelnummering in Duitsland. Hiervóór zagen we dus een korte periode van samengaan der perceelnummeringssystemen van Nederland en van enige over heersende Duitse staten. Ik meen, dat dit het gunstige moment is, de Nederlandse nummeringshistorie, de rug toe te draaien en over te stappen op die van de Flurstücknummering. Voor ons is het, geloof ik, voldoende ons te bepalen tot dat deel der Duitse landen, dat tegen Nederland grenst, n.l. Rijnland-Westfalen. Ook daar 5

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1958 | | pagina 5