mer van de nieuwe perceelbreuk genoemd, met de toevoeging ,,etc."
B.v. 486/316 etc. betekende, dat het nieuwe nummer 486 niet alleen
was ontstaan uit het oude perceel 316, maar ook uit een aantal
andere.
Kentering.
De Duitsers kenden in die periode nog andere ingewikkelde
perceelnummeringen op de kadastrale kaart. In de periode van
1872 (verschijning der Grondboekverordening) tot 1913 ontston
den de zgn. „Zuparzelle", waarbij het perceel op het plan werd
aangeduid met het nummer ,,Zu 486/316" of ook wel ,,Zu 486/23
(aus 211/22)." En als men daarbij in aanmerking neemt, dat in die
jaren ook al nummerverandering moest plaa's vinden, als op een
perceel een stichting of verbouwing gemeten was, danwel een her-
berekening der grootte was geschied, dan begrijpt men dat hier
de onoverzichtelijkheid ten top werd gevoerd.
Voor ons Nederlanders is het ietwat onbegrijpelijk, dat het
tot 1953 heeft moeten duren, voordat ook op dit voorname punt
van enige Europese integratie kon worden gesproken. Zelfs kon
het gebeuren, dat in Duitsland eind 1941 de nummering naar de
afstamming van het minuutperceel weer werd ingevoerd; zoals we
hiervóór zagen een methode, waarbij het oude nummer als teller
van de perceelnummerbreuk fungeerde. Deze nummering hield het
uit tot het einde van 1952; men ziet zo vaak, dat oude methoden
een taai leven kunnen hebben. Dan met name in Noordrijnland
Westfalen doorbreekt de praktijk van de na-oorlogse hoog
conjunctuur van woning- en utiliteitsbouw het ouderwetse systeem.
De zeer noodzakelijke vernieuwing van het kadaster ook in dit
land draagt eveneens haar steentje bij tot de overgang naar de
West-Europese methode van kadastrale aanduiding en de in
structie vanwege het Ministerie van Binnenlandse Zaken schaft
op 1 januari 1953 de pruisische" nummering af. Vanaf die datum
werd voor de bijhouding en de vernieuwing van het „Liegen-
schaftskataster" slechts de „freie Nummerierung" toegestaan,
waaronder men de perceelsnummering verstaat, die bij ons in Ne
derland al sedert 1832 in zwang is.
Zal in de toekomst deze gesignaleerde integratie op kadastraal
terrein nog verder doorzetten? Zullen onze opvolgers in de ko
mende zestig jaren de triomf der normalisatie (wachtwoord van
deze tijd) ook in Europees verband beleven? De toekomst houdt
nog haast alles verborgen en al mogen, dank zij de groeiende
samenwerking der Europese volkeren, de kansen voor b.v. een
inter-europees coördinatennet, de uitwisseling van gegevens in
grensstreken, de uitwisseling van denkbeelden over kadastrale or
ganisatie en administratie groter' zijn dan ooit te voren, er zal nog
heel wat water naar de Middellandse-, Noord- en Oostzee vloeien,
voordat er op het terrein der kadastrale zaken met recht van
volledige Europese integratie zal kunnen worden gesproken.
7