Personeelsgebrek is blijkbaar niet alleen van deze tijd. De Staats raad schrijft op 13 september 1828 dat, volgens de rapporten van den Hoofd-Ingenieur van het kadaster, de vertraging in de afleve ring van twee nette kopijen der kadastrale plans voornamelijk ont staat uit de zwarigheid, om een genoegzaam aantal teekenaars aan te schaffenalsmede ook bediendenwelke geoefend zijn om het geschrift de beschrijving) in drukletterswaarmede men gewoon is de plans te versierente maken Daarom worden in circ. 97 nieuwe voorschriften gegeven m.b.t. de inrichting van deze kopieën. O.m. moeten de reeds tot een atlas ingebonden kaartbladen worden losgemaakt, om de voorgeschreven quadraten aan te brengen (van twee palmen op iedere zijde), op de lijnen van welke quadraten in rooden inkt de afstand van ieder dezer lijn en tot de, voor het plan aangenomene, hoofd-meridiaan en perpendiculair vermeld behoren te worden. Tot aan de invoering van het kadaster werden de circulaires in twee talen uitgegeven. De ondertekening door de Staatsraad ge schiedde, o.m. in 1827 en 1828, te Brussel. Tegen de tijd van de invoering van ons perceelsgewijze kadaster in 1832 worden opnieuw de beloningen herzien wegens werkzaam heden te velde en te huisdie bij en ten gevolge van algemeene her zieningen van opmetingen voorkomen. Deze werkzaamheden om vatten dan voor de landmeters le klasse: het veld doorloopen; elk perceel verkennen; de noodige hermetingen doen; het plan en de aanwijzende tafel voorloopig in orde brengen, alle perceelen met de eigenaren nagaan en de ontdekte misslagen in de stukken bepaal delijk verbeteren. Zij ontvingen daarvan: 5 cent per perceel over 't geheel 8 cent per perceel, dat van grens veranderd was 5 cent per perceel, dat van eigenaar veranderd was 2 cent voor elk on veranderd perceel. Het leidt ons te ver, een nauwkeurige omschrijving te geven van de werkzaamheden, aan de Ingenieurs-Verificateur voorbehouden, hoewel deze omschrijving gezien in het licht van de tegenwoordige tijd, interessant genoeg zou zijn. Wij willen daarom dit beknopte overzicht van de vóór de invoe ring van ons kadaster heersende omstandigheden besluiten met het examenprogramma voor landmeters der eerste klasse of anderen welke zouden kunnen toegelaten worden om naar de opengevallen plaatsen van Ingenieur-Verificateur van het kadaster te dingen Programma: 1°. De rekenkunde, de theorie der progressiën en der logarithmen daaronder begrepen; 2°. De algebra, tot het binome van Newton ingesloten; 3°. De gronden der landmeetkunde; 4°. De regtelijns driehoeksmeting en het gebruik der logarithmen en sinus-tafels; 5°. De eerste gronden van de spherische driehoeksmeting; 53

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1958 | | pagina 13