Ruilverkaveling
H. VAN DER VLIST:
De akte van „Herverkaveling Walcheren" gepasseerd!
„Op wat hier is verricht, mag het Nederlandse volk trots
zijn. Door het geweld vernield en een prooi der golven is
Walcheren door noeste arbeid en samenwerking een vrucht
baar land geworden, dat in zich draagt een belofte voor de
toekomst."
Aldus besloot Zijne Excellentie Dr. S. L. Mansholt, Minister
van Landbouw, maandag 23 december 1957 zijn van grote visie
getuigende, voor ca. 350 genodigden in 't Middelburgse Schutters
hof uitgesproken rede ter gelegenheid van het passeren van de
herverkavelingsakte.
In hotel ,,De Burg" te Middelburg was 's morgens door notaris
R. Batten ten overstaan van de Herverkavelingscommissie Wal
cheren en de Rechter-Commissaris de akte van toedeling gepas
seerd. Deze bijeenkomst, bijgewoond door de Directeur, Hoofd van
de Directie Kadaster en Hypotheken, de heer W. F. Stoorvogel,
het Hoofd van de Kadastrale Ruilverkavelingsdienst, Ir. J. F. Ilsen,
de Directeur van de Cultuurtechnische Dienst, Ir. S. Herweyer en
nog enkele genodigden, werd besloten met een persconferentie.
Tijdens deze persconferentie hebben de Voorzitter der Herver
kavelingscommissie Mr. A. J. van der Weel, het Hoofd van het
bureau Ruilverkaveling Middelburg, de heer G. Bierma, Ir. H. Vis
ser van de Polder Walcheren, Ir. G. Frieling, Secretaris van de
Herverkavelingscommissie en Hoofdingenieur bij de Cultuurtech
nische Dienst, alsmede Ir. S. Herweyer, het een en ander verteld
over het grootse project, dat hier werd uitgevoerd. ,,Een unieke
proef die nog nergens op de wereld op zo'n grote schaal werd ge
nomen. Ook met de totale aanpak van de streek, niet alleen tech
nisch, maar tevens planologisch en mentaal, is Walcheren de voor
trekker geweest. Het toegespitste onderzoek, is na Walcheren
overal het fundament voor uitvoering geworden." Aldus de uiteen
zetting van Ir. S. Herweyer.
's Middags in het Schuttershof, voordat Minister Mansholt het
woord verkreeg, hield Mr. A. J. van der Weel een indrukwekkende
rede, waarin hij een terugblik gaf op de afgelegde weg.
„Het oude Walcheren is gestoken in een nieuw kleed, geweven
door de herverkaveling. Een nieuw kleed, waarin nog plooien val
len en dat hier en daar te nauw of te wijd is, een kleed waarin
men nog zal moeten groeien."
Spreker riep de ontwikkeling van het werk in herinnering en
wees daarbij o.a, op de moeilijke taak van het toedelen der per
celen. Hij erkende, dat vele gerechtvaardigde wensen onvervuld
moesten blijven.
55