„Met enige zorg zijn wij vervuld van wat er in de toekomst van
de toedeling zal overblijven, als gevolg van vererving, verkoop of
pachtbeëindiging." Bovendien gewaagde spreker voorts „met enige
benauwenis" van de mogelijkheid, dat met zgn. veilige pacht ge
saneerde bedrijven kunnen worden bedreigd, wanneer de naar de
Noordoostpolder vertrokken boeren, als eigenaren van Walcherse
gronden, deze gronden na beëindiging der pachttermijn weer zou
den opeisen. Behoudens enkele cultuurtechnische werken is het
nieuwe Walcheren nu gereed gekomen. De oude romantiek ging
voorbij („de schoonheid van het oude Walcheren lag voor een
groot deel in het ondoelmatige"), maar dit oude land is toch ons
eigen thuis gebleven.
Tenslotte dankte Mr. v. d. Weel de bij dit werk betrokken per
sonen en instanties voor de verkregen medewerking.
Minister Mansholt bezag de niet te onderschatten nationale
betekenis van de Herverkaveling Walcheren, welk werk hij de
wegbereider der modernisering van de landbouw noemde. Het werk
was gericht op het verbeteren van de levensomstandigheden op
Walcheren. Het doel moest zijn de voorwaarden te scheppen, waar
door aan boer en landarbeider en hun gezin, ontplooiingsmogelijk
heden werden geboden. Daarvoor is behalve behoorlijke verkave
ling, goede ontwatering en ontsluiting, ook aandacht nodig voor
de sociale en mentale vraagstukken. Dat kan alleen als er voldoende
zelfwerkzaamheid is, waarop de moderne ruilverkaveling, de agra
rische ontwikkeling is gebaseerd.
In de loop der jaren zijn de grondslagen voor het moderne ont
wikkelingswerk gelegd. Er heeft een evolutie plaats gevonden naar
het aanpassen der agrarische structuur aan de snel veranderende
maatschappelijke structuur, hetgeen vooral voor Nederland een
gebiedende eis is. Onze sterke bevolkingsgroei dwingt tot indu
strialisatie, ons land kan men, met zijn gunstige ligging, zien als
de invalspoort van West-Europa. In deze ontwikkeling is de land
bouw bekneld geraakt en de grote vraag voor de toekomst is of hij
zich zal kunnen handhaven. Het is een taak van het gehele volk
om de landbouw gezond te houden. Daarbij gaat het niet om het
„opruimen" van de kleine boeren en evenmin is het stellen van
eisen aan nieuw te beginnen bedrijven bedoeld als ongeoorloofde
dwang. Bevrijding uit de kluisters van ondoelmatige bedrijven zal
echter in snel tempo moeten plaats vinden. Gestreefd zal moeten
worden naar het creëren van gezonde gezinsbedrijven.
Dwangmaatregelen daartoe zijn uit den boze. Eventuele maat
regelen mogen en kunnen slechts worden toegepast als ze leven
in het rechtsbewustzijn van de betrokkenen. De moderne ruilver
kaveling is daartoe een uitstekend middel, want zij leeft in het
rechtsbewustzijn. Kan het tempo van uitvoering echter hoog genoeg
zijn? Als het onder normale omstandigheden, dus in tijden zonder
arbeidsoverspanning, gelukt per jaar 30.000 ha goed af te leveren,
duurt het nog minstens een kwart eeuw alvorens de dringende ge-
56