brengst. De belastbare opbrengst is door schatting vastgesteld en omdat er wijziging kan komen in het producerend vermogen van de grond is in de wet op de Grondbelasting voorgeschreven dat om de twintig jaar een nieuwe schatting zal plaats vinden, dus een nieuwe belastbare opbrengst zal worden vastgesteld, aangepast aan de omstandigheden van dat moment. Schatten is een moeilijk en onbevredigdend werk in onze tijd van exactheid. Tevens is een herschatting van alle gronden een zeer kostbaar werk. De laatste herziening heeft plaats gevonden in 1879, dat is dus bijna 80 jaar geleden, dus er is wel enige achterstand, die tot gevolg heeft dat bijna niemand meer denkt over een herziening en de huidige belastbare opbrengst als vast beschouwt. Buiten de voorgeschreven herziening om de twintig jaar is een tussentijdse wijziging in de belastbare opbrengst alleen mogelijk in de volgende gevallen in de wet genoemd (Wet op de Grondbelas ting art. 7): a. ontginning van woeste grondengeen buiten-moeras of broek- gronden zijnde; b. droogmaking van grondendie doorgaans of gedurende een ge deelte van het jaar dras liggen of wel met binnen- of boeren- water zijn bezet; c. bekading of bedijking van buitengronden, gelegen aan zee of aan de vrij in zee uitkomende rivieren; d. het vruchtbaar worden of maken van buitenmoeras of broek- gronden en waterplassen, zonder bedijking of droogmaking als mede de overgang van dergelijke reeds vruchtgevende gronden tot wei-, hooi- of bouwland, bos, boomgaard, tuin of erf; e. duurzame vermindering in opbrengst door onvoorziene rampen; f. verbetering van grond, waarvan de belastbare opbrengst uit hoofde van de onder e. vermelde omstandigheid minstens tien jaar geleden is verlaagd Uit deze bepalingen blijkt, dat de verbetering van gronden door ruilverkaveling en de produktieverhoging, die daarvan het gevolg is, geen aanleiding is tot verandering van de belastbare opbrengst. Gelukkig zal menigeen zeggen, dat hier eens een financiële baie is waarvan de fiscus niet direct haar deel eist. Des te merkwaar diger is dit omdat een deel van het ruilverkavelingswerk wordt ver richt door de kadastrale ruilverkavelingsdienst die helaas nog steeds ressorteert onder de Directeur-Generaal van de Belastingen. Hoe wordt nu de grondbelasting die op de oude percelen drukt, op de nieuwe kavels overgebracht? Daar er geen verandering in de belastbare opbrengst mogelijk is, wordt de belastbare opbrengst van een nieuwe kavel berekend uit die van de gehele en/of gedeelten Vein de Oude pCKClCÜ Wddllllt deze kavel is opgebouwd Hebben deze oude percelen verschillende belastbare opbrengsten bijv. 50, per ha, 40,per pa enz., dan krijgt de nieuwe kavel een belastbare opbrengst per hJ van V, d.w.z. „verschillende" be- 96

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1958 | | pagina 16