ontstaan nu de industrie pendelende arbeiders afkomstig uit de landbouw afstoot. Hiermede immers staan in verband beleidsvragen als: a. moeten landbouwbedrijven vergroot worden door het aanmoe digen van het opheffen van kleine bedrijven; b. in hoeverre moet landbouwgrond aan de landbouw worden ont trokken t.b.v. industrieële vestigingen; c. moet bij het uitvoeren van cultuurtechnisch werk de machinale uitvoering gedeeltelijk worden vervangen door uitvoering in handkracht. Uit deze algemene beschouwingen nemen we nog de volgende cijfers over: Ruilverkavelingen: toestand 31 december 1957 Aangevraagd 1.197.600 ha In uitvoering 143.280 Herverkaveling in uitv. 36.800 Tot stand gekomen 115.800 In 1957 is in de sector ruil- en herverkaveling voor 104 miljoen verwerkt. Ongeveer 34 deel hiervan is ten laste van de betrokken belanghebbenden. In dit jaar kwam 23.310 ha gereed, waarvan 17.350 ha doordat nog net in december 1957 de acte van herver kaveling Walcheren kon worden gepasseerd. Op 31 dec. 1957 was 180.080 ha voor verkaveling in uitvoering. In hoofdstuk 2 komen de bijzondere onderwerpen aan de orde, o.a. onderzoek, planologie, wegenbouw, waterbouw, de landschaps verzorging, onderwijs. In dit hoofdstuk wordt ook enige aandacht besteed aan het kadastrale ruilverkavelingswerk. Hoofdstuk 3 behandelt de „werkgelegenheid" d.w.z. de tewerk stelling van werklozen op cultuurtechnische aanvullende werken. Vooral de werkloosheid in de 3 noordelijke provincies met hun hoge werkloosheidscijfer, speelt hier een grote rol. Zo werden werklozen uit Noord-Friesland in Midden-Friesland, werklozen uit Midden-Friesland in Zuid-Friesland en werklozen uit Zuid-Fries land in Overijssel te werk gesteld. Hoofdstuk 4 geeft een overzicht van het cultuurtechnisch werk in iedere provincie. Hoofdstuk 5 geeft de verslagen van de herverkavelingscommis sies. De herverkaveling Walcheren is in 1957 gereed gekomen. Ook het werk in de overige herverkavelingsgebieden vordert gestaag. Het laat zich aanzien dat aan het tijdschema van uitvoering van 1954 tot 1961 zal kunnen worden voldaan. In hoofdstuk 6 ten slotte komt de Stichting tot het Beheeren van Landbouwgronden aan de beurt. Op de laatste bladzijden van het verslag wordt de samenstelling gegeven van diensten en commissies bij het Cultuurtechnisch werk betrokken; verder een lijst van in 1957 verschenen publikaties en ten slotte een korte samenvatting van het verslag in het Engels, 101

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1958 | | pagina 21