voor wat het uiterlijk aanzien betreft. Kon die vroegere .bolsje
wiek" niet anders doen dan de ketting trekken, de huidige, in be
hoorlijke uniform geklede meetarbeider kan de landmeter heel wat
werk uit handen nemen, en als nog niet overal het volle profijt ge
trokken wordt van het kennen en kunnen van de meetarbeider, voor
zover dit logischerwijze tot diens taak kan worden gerekend, is dat,
uitzonderingen natuurlijk daargelaten, niet de schuld van de meet
arbeider.
En als we nu eens naar het kantoor gaan en eens zien welke
werkzaamheden de tekenaar in die, laten we maar zeggen oude,
tijd verrichtte. In hoofdzaak tekende hij kadastrale kaarten en we
moeten ons hierbij wel voorstellen, dat de mechanische reproduktie
van onze plans toen nog in de kinderschoenen stond. Van een
enigszins betekenende assistentie van de landmeter bij de kadastrale
toepassing van zijn metingen was eigenlijk geen sprake. Aan het
kantoor waar ik mijn eerste landmetersjaren doorbracht, beperkte
deze assistentie zich tot het vervaardigen van kopieveldwerk op de
lichtspiegel en het schrijven van de staat 75. Minuutveldwerk (het
doordruksysteem vond nog geen toepassing) en hulpkaart werden
voor 100 door de landmeter vervaardigd en ook de jaarlijkse
bijwerking van de bijbladen was iets, waar de tekenaar niet aan te
pas kwam. Niet helemaal onbegrijpelijk trouwens, indien we er ons
rekenschap van geven dat de opleiding van tekenaars toen zeker
niet op het huidige peil stond en dat pas de in 1939 ingestelde
gecentraliseerde opleiding aan het Centraal Teken- en Opleidings
bureau daarin een afdoende verbetering heeft gebracht. Alleen
verbetering? Is er wellicht toch ook iets waardevols verloren ge
gaan? Ik zou op de laatste vraag niet graag ontkennend antwoor
den. De vroegere tekenaar moge in de meeste, misschien beter in
vele gevallen, niet de aangewezen man geweest zijn om te kaarteren
of grootten te berekenen, hij moge geen begrip gehad hebben van
coördinaten, het waren veelal virtuozen in het hanteren van trekpen
en penhouder en talloos vele van onze oude plans zijn daarvan een
blijvend getuigenis. Niet altijd economisch verantwoord? Och neen,
hun werkwijze zou in de huidige tijd zeker niet meer passen. Wij
hebben haast en werken zoveel mogelijk met behulp van sjablonen.
Maar of latere generaties met evenveel bewondering de scheppin
gen van deze tijd zullen bezien als wij die uit het verleden, waag
ik te betwijfelen.
Er is wel wat veranderd! In het oog springend, althans voor de
oude generatie, is het verschil tussen de aanblik die de kantoren
van onze dienst en dit geldt zowel voor de bewaringen als voor
de landmeetkundige dienst in de aanvang van deze eeuw boden
en de wijze waarop ze er heden ten dage uitzienLaat ik voor
zichtigheidshalve zeggen ,,uit kunnen zien". Want mogelijk is er
hier of daar nog een bureau aan te wijzen, dat niet met zijn tijd
is meegegaan en waar nog altijd ook verkeerde zuinigheid als grote
deugd beschouwd wordt, waar vloerbedekking nog altijd ontbreekt,
118