van onze Directeur dienst doet als donor, waaraan het bloed ont
trokken wordt om de rechterarm een bloedtransfusie te kunnen
toedienen.
Gewapende vrede? Verre van dat. Hoe zou de landmeetkundige
dienst anders kunnen dan er zich oprecht in verheugen, dat een zo
groot aantal collega's zich kan inzetten ter vervulling van taken die
zo nauw verweven zijn met het algemeen welzijn van ons volk, en
dat velen daarbij een zo verantwoordelijke plaats innemen. Zich
verheugen, inderdaad, ook en dit is haast zonder uitzondering
het geval indien de personeelsverschuiving tot gevolg heeft, dat
er op het bureau van de landmeetkundige dienst weer een nieuwe
kaartenbak bijgeplaatst moet worden om het steeds groeiende aan
tal nog te behandelen posten register 9a en 9b te kunnen bergen.
Plus royaliste que le roi? Ja, het lijkt er wat op. En toch, het is
werkelijk niet mijn bedoeling, door middel van deze voorbereiding
straks een of andere concessie los te peuteren van mijn collega uit
Velp. Voor hèm hoop ik, dat de hoge leiding zijn ergste personeels-
honger ook in de toekomst steeds zal kunnen stillen al vind ik
het helemaal niet erg als ook hij de buikriem van tijd tot tijd een
gaatje nauwer moet aanhalen voor ons, dat het nooit zo ver zal
komen, dat de tijdelijke verzwakking verergert tot een levensge
vaarlijke chronische ziekte.
Mogelijk mag ik niet van de Ruilverkavelingsdienst afstappen
zonder een paar getallen te noemen. Kadastraal toegepast werden
114.000 ha, in behandeling zijn 200.000 ha. Ben ik wel ingelicht,
dan is aangevraagd maar nog niet in behandeling genomen 1,2 mil
joen ha, waaruit wel blijkt, dat voor opwachtgeldstelling van de
ruilverkavelaars nog niet onmiddellijk behoeft te worden gevreesd.
Ik geloof dat ik er aan toe ben een andere nevenfunctie van onze
dienst te noemen en wel de cartografische, waarmede we zijn ge
komen bij dat gedeelte van de kadastrale taak, dat het aanzijn heeft
geschonken aan de dienst voor buitengewoon landmeetkundig
werk; waarmee ik overigens geenszins wil zeggen, dat de taak van
dit dienstonderdeel beperkt is gebleven tot verzorging van carto
grafie zonder meer.
Ik zou zeker te kort schieten, indien ik niet wat nader inging ook
op dit instituut, dat gecreëerd werd met het doel en nu haal ik
even de beschikking aan „landmeetkundig werk te verrichten ter
voorbereiding van uit te voeren ruilverkavelingen en andere cul
tuurtechnische werken, daarbij lettende op de belangen van de
landmeetkundige dienst van het kadaster, benevens het verrichten
van hermetingswerkzaamheden ten behoeve van laatstgenoemde
dienst".
De leiding van deze dienst werd toevertrouwd aan onze onver
getelijke professor T i e n s t r a, in zijn kwaliteit van buitengewoon-
hoofdambtenaar van het kadaster en hij werd hierbij ter zijde ge
staan door onze nu scheidende Directeur, die tot dat tijdstip hoofd
van het bureau l.d. te Eindhoven was.
122