terwijl er ook bij waren die niet in staat bleken de natuur te ab
straheren tot lijnen en vlakken/'
En toen langzamerhand werd overgegaan van zuiver technisch
werk naar de kadastrale hermeting, kwam wel vast te staan, dat
de niet kadastraal geschoolde technicus moest verdwijnen. Velen
uit die groep zijn via de opleidingscursussen aan het C.T.O. als
tekenaar van het kadaster in onze rijen teruggekeerd.
Voorzover mij bekend is het centrale tekenbureau nooit tot volle
bloei gekomen. Mogelijk en naar ik hoop komt hierin een verande
ring ten goede nu jaarlijks zo ongeveer 100 jongelui aan het C.T.O.
worden opgeleid voor het ambt van tekenaar. Het is trouwens zo,
dat ook de meetbureaus te kampen hebben gekregen met bloed
armoede. De steeds zwaardere eisen die aan onze dienst worden
gesteld, waarbij in het bijzonder moet worden gedacht aan de ruil
verkaveling, maakten het totnogtoe niet mogelijk voor de ver
dwenen technicus overal een landmeetkundig-ambtenaar of teke
naar in de plaats te stellen. Dat het vernieuwingswerk hierdoor
tijdelijk afgeremd wordt, we zullen het voor lief moeten nemen,
maar dit kan geen afbreuk doen aan onze waardering voor wat
bereikt kon worden.
Is het al zo, dat de dienst voor buitengewoon landmeetkundig
werk nog niet tot volle wasdom kon komen, als uitermate ver
heugend kunnen we melding maken van een borelingske op Nieuwe
Haven 6 en ik bedoel natuurlijk ons bureau van de fotogramme-
trische dienst. Ik wil niet spreken van een „nakomertje", maar
naar mijn gevoelen heeft de geboorte van deze jongste telg in het
kadastrale gezin toch wel lang op zich laten wachten.
Moeten we juist hieruit verklaren, dat het ter wereld komen
met veel zorgen en pijn gepaard is gegaan en niet dan nadat de
bekwaamste gynaecologen de handen ineen hadden geslagen? Het
is gelukkig zo, dat een moeizaam verlopende geboorte geen maat
staf is voor de lichamelijke groei of geestelijke activiteit van de
baby en wanneer ik het verslag over 1957 van het bureau zo eens
doorblader, kom ik onder de indruk van de ook daar geleverde
prestaties. Dat deze tot zulk een hoog peil konden stijgen is
zeker niet uitsluitend maar toch in belangrijke mate mede een
gevolg van de gunstige omstandigheid, dat door een samenwerking
die uitwisseling van personeel tengevolge had, profijt kon worden
getrokken van de in de loop van reeds vele jaren te anderer plaatse,
d.w.z. buiten ons dienstvak, opgedane ervaring.
Ik heb misschien al wat lang stilgestaan bij ons fotogrammetrisch
bureau, maar toch wel begrijpelijk en dit helemaal afgezien van
het feit, dat de benjamin wel vaker een dikker plakje van de koek
krijgt. Maar als we in het oog houden, dat de toch zo broodnodige
vernieuwing van een overwegend groot gedeelte van ons kaarten-
materiaal wel nooit anders mogelijk zal zijn dan langs de weg van
luchtkaartering en misschien ook alleen verantwoord te noemen is
wanneer deze moderne werkmethode toepassing vindt, dan kunnen
124