we het in bedrijf stellen van ons fotogrammetrisch apparaat toch
nooit anders zien dan als een gebeurtenis van de eerste belangen-
orde.
Laat ik dan voorts als nevenfunctie nog melding maken van de
geodetische, die verzorgd wordt door de Bijhoudingsdienst der
Rijksdriehoeksmeting, waarvan het bureau te Delft is gevestigd.
De dienst die een net van vaste punten van hogere orde in stand
houdt, dat niet alleen van belang is voor het kadaster, maar waar
van bijna alle landmeetkundige diensten gebruik maken.
Het kan nauwelijks enige verbazing wekken, dat de taakveran-
dering en de taakuitbreiding van onze dienst zich gingen weerspie
gelen in een taakverschuiving voor verschillende groepen van
ambtenaren. Ik heb het straks al even gehad over de vroegere
tekenaar die uitsluitend (maar dan ook heel mooi) tekende. De
huidige kantoortekenaar heeft overwegend ander werk en veel wat
de landmeter vroeger zelf deed, geschiedt nu op de tekenkamer.
Terecht mijns inziens, al zal de landmeter er zich steeds van bewust
moeten zijn, dat hij de voor het werk verantwoordelijke man blijft
en dat hij de lijn zal moeten aangeven, die bij het afwerken van
zijn meting moet worden gevolgd en ik zie ook niet voorbij aan de
taak van de chef de bureau, als ik stel, dat er contact zal moeten
blijven bestaan tussen de functionaris die gemeten heeft en de
ambtenaar die afwerkt. Is het zo, dat de tegenwoordige landmeet
kundig-ambtenaar, vroeger tekenaar, een groot deel van de kan
toorwerkzaamheden des landmeters overnam, al sedert vele jaren
kunnen we hem ook te velde tegenkomen en het is zeker goed
gezien de landmeter zodoende te ontheffen van terreinwerk dat
geacht kan worden niet te liggen boven het niveau van de landmeet
kundig-ambtenaar (-A).
Het zou bij deze taakverschuiving in de velddienst niet blijven!
Het kón er ook niet bij blijven! Ik hoop niet, dat ook maar één der
in de dienst vergrijsde landmeters zich gegriefd gevoelt, als ik zeg,
dat onze vroegere opleiding toch wel hier en daar een hiaat ver
toonde, en dat bovendien de stormachtige ontwikkeling van de
landmeetkunde er toe noopte voor die opleiding nieuwe wegen in
te slaan.
We hebben de opleiding voor landmeter van het kadaster zien
gaan langs de cursus aan de Landbouwhogeschool in Wageningen,
vervolgens langs de cursus aan de Technische hogeschool te
Delft en we hebben laatstgenoemde cursus zien transformeren naar
de vrije studie voor geodetisch-ingenieur. De kroon op het werk
van misschien niet zo velen, maar die stuk voor stuk primus inter
pares waren.
De geboorte van de geodetisch-ingenieur betekende, althans zo
zie ik het tegen de achtergrond van het algemeen maatschappelijk
gebeuren, de conceptie die zou leiden tot het ook in ons vak ter
wereld komen van de technisch-ambtenaar, die door zijn opleiding
aan de H.T.S., dan wel door het gevolgd hebben van de overgangs-
125