vakcursus of vakcursus, in staat zal zijn een zeer groot gedeelte
over te nemen van de veldwerkzaamheden die totnogtoe des land
meters waren.
En nu de landmeters, waarvan het aantal als gevolg van de door
mij als logisch geziene ontwikkeling in ons dienstvak zeker zal
verminderen en zal moeten verminderen, al zal deze vermindering
zich slechts geleidelijk kunnen voltrekken en al staan we voorlopig
nog voor een tekort aan deze functionarissen. Hun taak zal steeds
verder worden omgebogen van producerend naar leidinggevend en
controlerend. Het lijkt me onwaarschijnlijk, dat de landmeter-
nieuwe-stijl nog zal toekomen aan het vernieuwen van eilanden
bijbladen, maar of hij om die reden zijn vak met meer liefde zal
kunnen uitoefenen
Nieuwe stijl, dames en heren, gelukkig niet beperkt gebleven tot
de landmeetkundige dienst, maar eveneens tot uiting komende bij
de bewaringen en zich manifesterende, zowel in de tegenwoordige
eisen voor benoembaarheid tot het ambt van bewaarder als in zich
inmiddels voltrokken hebbende modernisering van werkmethoden.
Ik denk b.v. aan de afschaffing van de letterlijke overschrijving,
aan de nieuwe scheepsboekhouding en al zijn ook hier alle gestelde
doelen nog niet bereikt, van de bewaring zowel als van de land
meetkundige dienst kan gezegd worden dat'er beweging in zit.
En nu, mijnheer de Directeur, zou ik me meer rechtstreeks tot
Uw persoon willen richten, al weet ik uit eigen waarneming zo
goed, dat het U niet ligt om bejubeld te worden, dat U zich onder
werpt aan de gang van zaken van vandaag omdat U van mening is
(en dat m.i. terecht) in het belang van het dienstvak geen verstek
te mogen laten gaan.
Van mijn kant wil ik mij onthouden van alles wat maar zou
kunnen gaan in de richting van persoonsverheerlijking, maar dat
houdt niet in, dat geen uiting zou mogen en zou moeten worden
gegeven aan gevoelens van hoogachting en waardering, nu U de
aanvoerdersplaats gaat verlaten.
En dan stel ik zeer uitdrukkelijk voorop, dat ik nu niet spreek
als privé-persoon, maar als afgevaardigde van het personeel van
ons dienstvak in zijn volle omvang. Dat dit zo kan zijn, mijnheer de
Directeur, moet voor U een compliment op zichzelf zijn, want het
is een getuigenis van het feit, dat bij alle verschil van mening
tussen bepaalde personen en bepaalde groepen in onze kadastrale
samenleving, wij één zijn in onze gevoelens van hoogachting voor
Uw persoon en van grote waardering voor wat U in het belang
van ons dienstvak hebt gedaan en ik geloof, dat deze eenheid van
gedachte wel duidelijk geïllustreerd wordt door het feit, dat een
bewaarder als vertegenwoordiger van de administratie met een
meetarbeider, een landmeetkundig-ambtenaar, een landmeter en een
ingenieur-verificateur als vertegenwoordigers van de landmeetkun
dige dienst ter voorbereiding van dit afscheid een paar haast saaie
126