besprekingen hebben gehad, doordat er helemaal niets ter tafel
kwam, waarover je nu eens gezellig zou kunnen krakelen.
Natuurlijk is ook U het onmogelijke niet gelukt, hebt li niet
altijd kunnen voorkomen, dat men zich hier of daar te kort gedaan
voelde, maar dat kan niets afdoen aan onze waardering voor Uw
ernstig streven, ieder het zijne te willen geven.
Wij hebben er behoefte aan uiting te geven aan deze grote waar
dering en we stellen het op hoge prijs, dat U ons daartoe in de
gelegenheid stelt.
En mogelijk verwacht U, misschien beter nog vreest U, dat ik
nu een poging ga doen om in goede chronologische volgorde mel
ding te maken van alles wat U in een ruim 40-jarige loopbaan
voor ons dienstvak deed. Maar het is onmogelijk om in het bestek
van mijn betoog daarvan zelfs maar een flauwe afspiegeling te
geven. Dat Uw verdiensten erkenning hebben gevonden op het
hoogste niveau, het wordt ondubbelzinnig bewezen door de U
reeds vroeger toegekende hoge koninklijke onderscheidingen en nog
eens geaccentueerd door de zo even door de Heer Regeringscom
missaris voor de Belastingen tot U gerichte woorden.
Ik heb getracht in Uw lijn te handelen door in mijn beschouwin
gen niet Uw persoon op de voorgrond te stellen, maar enkele
aspecten van onze dienst.
Het was niet meer dan een achtergrond! Wanneer ik gesproken
heb over veranderingen en zeer ingrijpende veranderingen over de
hele linie gedurende de laatste 15 a 20 jaar, dan ontkomt geen ook
maar enigermate ingewijde eraan, in gedachten een onlosmaakbaar
verband te leggen tussen die veranderingen en de naam Stoor
vogel.
Ik zou het hierbij willen laten, ware het niet, dat ik nog de
aangename plicht heb U mededeling te doen van het feit, dat blijk
baar overal in den lande de behoefte gevoeld is uiting te geven
aan gevoelens van sympathie, ook in de vorm van een afscheids
geschenk. Een oorkonde met de namen van de gevers is er niet bij,
kan er ook niet bij zijn omdat, dank zij het idee van een lid van
onze commissie, het inzamelen van geld heeft plaats gehad zodanig,
dat niemand van niemand weet of hij heeft bijgedragen en nog veel
minder hoeveel. Geen lijsten dus en ook geen bussen. En ook geen
bedankbrieven van Uw kant, want de Post is wel tot veel in staat,
maar op dit tijdstip nog niet bij machte een adresloze brief bij de
juiste persoon te bezorgen.
Mevrouw Stoorvogel, staat U mij toe een kort woord tot
U te richten.
Uw man kan de voldoening smaken veel te hebben bereikt door
uitzonderlijke gaven van geest en hart. En toch zouden deze gaven
niet tot volle ontplooiing zijn gekomen, wanneer hij niet bij voort
during Uw steun en toewijding had gehad. Van zo onschatbare
127