zijn vriend Paets van Troostwijk een door de Franse Koninklijke
Academie van Valence uitgeschreven prijsvraag over de invloed
van de leer der elektriciteit op de natuur- en geneeskunde; hun
inzending werd in 1787 met de eerste prijs bekroond.
In 1788 huwde Krayenhoff met Johanna Geertruid van der
Plaat.
Inmiddels was zijn geneeskundepraktijk volkomen gevestigd en
behoorde Krayenhoff tot de meest bekende artsen in Amsterdam.
In het najaar van 1794 kwam aan deze carrière een abrupt einde.
De vierde engelse oorlog (17801784) had ons land verdeeld in
twee partijen, welke fel tegenover elkaar stonden, de Oranjegezin-
den en de Patriotten. Een dynamische figuur als Krayenhoff moest
hierin wel partij kiezen: uit volle overtuiging koos hij voor de
Patriotten.
Na de gebeurtenissen in 1787 bij Goejanverwellesluis, alwaar
Prinses Wilhelmina, echtgenote van Prins Willem V, door de
Commissie van Defensie werd aangehouden, werd het zgn. De
fensie-wezen overgebracht van Woerden naar Amsterdam.
Genoemde Commissie droeg aan Krayenhoff op een plan ter
verdediging van de stad te maken. Door de interventie van Pruisen
kon aan deze plannen geen uitvoering worden gegeven; de Oranje-
gezinden werden nl. met behulp van Pruisen aan de macht geholpen
en vele Patriotten werden gedwongen naar het buitenland, i.e.
Frankrijk te vluchten.
Zo ook Krayenhoff; op 29 oktober 1794 verliet hij in het geheim
de stad, hield zich enige dagen schuil in Dordrecht en vertrok
vandaar via Heusden en 's-Hertogenbosch naar Nijmegen, alwaar
hij zijn oud-academievriend Brigade-Generaal Daendels ontmoette.
Deze gang van zaken betekende een keerpunt in het leven van
Krayenhoff. Vele landgenoten hebben hem in die jaren hun kritiek
niet gespaard, zelfs werd hij beschuldigd van collaboratie. Het is
uiterst moeilijk thans deze zaak op zijn merites te beoordelen. Wel
zien we, dat na de val van Napoleon ook Koning Willem I over
tuigd was van zijn goede trouw en van zijn diensten gebruik bleef
maken.
Het eerste contact tussen Daendels en Krayenhoff bestond uit
het uitwisselen van gegevens; weliswaar was er van enige corres
pondentie sprake geweest tussen de Patriotten en de Fransen, doch
wederzijds bestond er niet het juiste begrip.
De patriotten bleven van dag tot dag de invasie der Fransen
verwachten, doch Generaal Pichegru wilde, gezien het vergevor
derde seizoen, gedurende de wintermaanden van alle offensieve
operaties afzien.
Voor al degenen die zich gedurende de laatste oorlog boven de
grote rivieren bevonden zijn dit maar al te bekende klanken.
In de tweede helft van december zette evenwel de winter met
zoveel gestrengheid in, dat in korte tijd alle rivieren dichtgevroren
85