werden er gevoerd en en passant werd toen een onderzoek inge
steld naar mogelijkè goudmijnen.
Na een voorspoedige tocht keerde de Amstel veilig en wel op
18 september terug in het vaderland. Helaas volgde voor Krayen-
hoff nu een donkere periode in zijn leven.
Deze man, die onder elk regiem de hoogste lof had geoogst,
werd nu gewikkeld in een langdurig proces als gevolg van knoeie
rijen bi; de uitvoering van de verdedigingswerken.
Hoewel het proces in 1830 eindigde met zijn volkomen vrij
spraak, was zijn benoeming als chef van de genie inmiddels inge
trokken en werd hij nauwelijks een maand na de uitspraak op
pensioen gesteld.
Na een ernstige ziekte in 1831 kon deze werkzame figuur zijn
talenten ongestoord wijden aan de wetenschap. Vooral natuur- en
sterrenkunde waren het die hem aantrokken.
Vrij plotseling overleed Krayenhoff op 24 november 1840 te
Nijmegen op de leeftijd van 82 jaar. Zijn stoffelijk overschot werd
met speciale toestemming van de Koning ter aarde besteld op het
fort Krayenhoff buiten de Hezelpoort.
Een jaar later werd op last van de Koning op het graf een
monument geplaatst met zerk. Op de steen werd vermeld:
Met hoge toestemming ligt hier begraven, aan de rechtervleugel
van Nijmegen's Legerkamp, binnen het fort, door zijn zoon ge
bouwd en door Koning Willem I met de familie-naam beschonken,
Cornelis Rudolphus Theodorus Baron Krayenhoff, een man van
standvastigheid, beleid en heldenmoed, van ware Bataafse trouw,
mannelijke ervarenheid en eindeloze arbeid; die door eigen verdien
sten tot de hoogste Militaire- en Staatswaardigheden opgeklom
men, zich een roemrijke naam verworven heeft, boven alle wan
gunst verheven.
Hij gaf aan God zijn ziel terug en haar stoffelijk omkleedsel aan
de aarde, de 24ste van de maand november van het jaar 1840, het
82ste zijns ouderdoms.
Ruilverkaveling
Ir. W. A. VAN DER WERFF:
Enkele problemen bij ruilverkaveling
In de jaarvergadering van de Hoofdafdeling Ruilverkaveling van
de Nederlandse Heidemaatschappijgehouden te Lissebehandelde
Ir, W, A, van der Werff enkele problemen der ruilverkaveling
welke in de toekomst nadere voorzieningen behoeven.
Uit de voordracht van de inleider ontspon zich een gedachten-
89