Uitgangspunten en richtlijnen* Onder de structuur van onze landbouw zouden kunnen worden verstaan al die omstandigheden, die de economische en sociale positie van deze bedrijfstak onmiddellijk raken en die niet van slechts tijdelijke en toevallige aard zijn. Het structuurbeleid moet er op gericht zijn, dat deze omstandigheden voor de Nederlandse volkshuishouding in het algemeen en voor onze landbouw in het bijzonder zo gunstig mogelijk zijn". Aldus zegt Minister Vondeling in het deel van de Nota, dat puntsgewijs handelt over de uitgangs punten en richtlijnen voor het te voeren beleid. Na te hebben gewezen op het inkomstenbeleid, het onderzoek, het onderwijs en de voorlichting als belangrijke aspecten der land bouwpolitiek wijst de nota ook op de produktieomstandigheden. De verbetering van deze zgn. interne- en externe produktie omstandigheden, sinds de Tweede Wereldoorlog voltrekt zich een opmerkelijke ontwikkeling in die zin, dat het beleid op dit terrein zich steeds meer verbreed heeft tot een algemene verbetering van de structuur van gebieden waar de economische en sociale vooruitgang stagneert dient te worden bevorderd. Voorts zal aan de toepassing van de gestandaardiseerde en fabrieksmatige bouw van bedrijfsgebouwen meer dan tot dusverre aandacht worden be steed. Een zeer belangrijke plaats zal moeten worden ingeruimd aan het vraagstuk van de te kleine bedrijvenzowel binnen als buiten de te verbeteren gebieden In afwachting van het rapport van de Commissie van advies inzake de uitgifte van domeingronden, de z.g. Commissie-Hofstee, wordt de mogelijkheid bestudeerd door middel van het stellen van minimumeisen ten aanzien van de bedrijfsgrootte tot de oplossing van dit vraagstuk bij te dragen. Bij het in de toekomst te voeren structuurbeleid moet, rekening houdend met de uiteenlopende omstandigheden bij de verschillende bedrijfstypen, aan het vraagstuk van de bedrijfsgrootte een zeer belangrijke plaats worden ingeruimd. Bij het verbeteren van de agrarische structuur in het algemeen en van de bedrijfsgrootte in het bijzonder dient met name met de reeds bestaande middelen en mogelijkheden rekening te worden ge houden alsmede met voorgestelde aanvullingen. a. De zgn. landbouwkundige toetsing in de Wet op de vervreem ding van landbouwgronden en in de Pachtwet bevat ten aanzien van het oude land reeds de mogelijkheid een verdere verslechtering van de agrarische structuur te voorkomen, alsmede een middel om de verkregen goede structuur in de reeds gesaneerde gebieden en de IJsselmeerpolders te behouden. 148

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1958 | | pagina 16