Vereniging, waaraan de jubilarissen grotendeels vanaf hun intrede
in de dienst trouw zijn gebleven*
Toevalligheden?
Zoekt heden ten dage het Directoraat van het Kadaster gegadig
den voor de opleiding aan het C.T.O., dan kan men deze gemak
kelijk bereiken door de advertentiekolommen tot in de plaatselijke
bladen, of door circulaires aan de daartoe geëigende scholen voor
ULO. of de H.B.S.
Veertig jaren geleden en tot 1933 leek de rekrutering meer aan
het blote toeval overgelaten te zijn. In Groningen was de toen
malige Ingenieur-Verificateur van het Kadaster Den Hartogh vaste
klant in een bepaalde schoenenzaak, waarvan de eigenaar een zoon
had, die zeer bij de pinken was. Aan de toevalligheid, dat de Gro
ningse I.V. het bij zijn voetverzorging niet alleen hield bij het nede
rig onderwerp, heeft het Kadaster het geluk te danken, collega
Pieterson in z'n midden te hebben.
Een jonge Vinkevener was tijdens de mobilisatie geslaagd voor
het examen van onderwijzer èn tegen een hongerloon aan het
schoolmeesteren geslagen. Niet tevreden met de beloning zocht hij
wat anders en het trof, dat z'n zuster les kreeg aan een Instituut,
dat ook tot marconist van de grote vaart opleidde. Nee, zei z'n
moeder, die zee is me te groot en de landen over zee zijn te ver
van huis. De Instituutsdirekteur herinnerde zich een andere moge
lijkheid, waardoor zoonlief in het Vaderland blijven kon: z'n neef
was landmeter in Amsterdam en leidde wel eens jongelui op voor
een aardige baan bij het Kadaster. Zo werd collega Van der Neut
leerling van landmeter Hof.
In Almelo was een strijkorkest Cecilia, ruim een kwart eeuw
terug. Repetitiepauze werd eens benut voor een onderling babbel
tje van enkelen met een jong lid, die kortgeleden de middelbare
schoolbanken was ontgroeid en een toekomst zocht. Probeer toch
hetzelfde werk te krijgen als Hakkert! Een pracht-baanü" En op
advies van Runeman de bassist o.i.d. ging het jeugdig lid eens
overleggen met een energieke Almelose landmeter, die notariaat
studeerde. Dat was het begin van de succesvolle opleiding door
landmeter Biekart van collega Kampman.
Toen een Friese jongen op een klein dorpje elf jaar oud gewor
den was, verhuisden zijn ouders naar Soesterberg en hij zelf kwam
op de Amersfoortse handelsdagschool terecht. Maar het lot was
niet gunstig en vóór er drie jaren waren verlopen, zat het hele
gezin weer in het Heitelan, al was het in een heel andere hoek van
het land der klotsende meren; en het was met leren afgelopen.
Wat doe je, als je tegen de twintig bent, je loopt met een meisje
en je zoekt het hogerop? Dan ga je in het kleine Friese dorp naar
de man die overal raad op weet en naar wiens juiste adviezen altijd
met open oren en open hart wordt geluisterd: naar de boven-
155