herinnering), doch het nieuwe bestel bracht haar geen erkenning via een overgangsmaatregel. Herinneringen* Zonder enige twijfel zullen op de jubilea herinneringen zijn op gehaald, herinneringen zoals die van collega Dekker, die als een der weinigen het in de 2e klasse-standplaats Tiel zeven jaar uit hield (omdat er een Tielse op zijn pad kwam), waar toen nog heel lang de tekenaar zijn beste krachten moest wijden aan het maken van kopie-veldwerk, het overschrijven van kladstaten no. 75, het bijwerken van geribbelde veldplans, van muffe doffe gemeente plans, die wellicht alleen uit een kaartenkist kwamen, om een keer per jaar te worden bijgewerkt. Herinneringen aan de tijd, toen het Corps nog een volledige eenheid was, aan de Vereniging van Tech nische Ambtenaren, waarvan de meeste jubilarissen vanaf hun prille intrede lid werden en lid zijn gebleven ondanks de teleur stellingen, die hun deel waren. De kadastrale herinneringen van de Alkmaarse jubilaresse zijn nauw verweven met die van schrijver dezes, die reeds in zijn jongenstijd door haar met goede zorgen werd omringd en later tijdens zijn opleiding de vele praktische raadgevingen van haar kreeg (naast de andere verkwikkingen), die een beginneling zozeer van node heeft. Wegtrekkers* Hiervóór kwam reeds eerder het laatste vrije examen, dat van 1933, ter sprake. Het examen van de wegtrekkers uit de kadastrale dienst, het examen ook van de landmeetkundigen: van de twintig geslaagden bleven er slechts twee het bureauwerk trouw; collega Oldenziel, wiens opleiding bij de beschrijving der vrije deelname al werd aangestipt, en coll. Rubingh, die in Roermond onder de land meters Kater, Pijls en Pollen zijn loopbaan begon, in het stadje waar schrijver deze het eerste kadastrale liedje leerde, dat Rubingh óók wel op het kantoor zal hebben gehoord. ,,Hiere lóêstert nao mie leed; tèkeneersklöp is hie kompleet. Veer riete-n-een gooj toot beer, en werreke altied mit plezeer," enz. Mej. Plinsinga uit Maas tricht associeerde zich voor het leven met een collega en trok de dienst uit, mej. M. W. de Roos („Roosje") vond het geluk in Deventer, de dames Aay, Heijboer, Lammerts in Breda, C.v. d. Poel, C. van Heesch en P. A. C. M. de Bruijn ontgroeiden even eens de kadastrale dienst. Coll. P. Verboom (no. 1 van het examen) en A. L. J. Soeters, in 1947 bij de velddienst gekomen, verdwenen naar de gemeente Rotterdam, D. Klaver uit Eindhoven stak de grote haringvijver over en werd landmeter in de Antillen. Lodder reeds enige tijd geleden gejubileerd smaakte, na lange maan den van intense studie der dertien van de eerste overgangsvak cursus, het geluk van de aanstelling tot technisch ambtenaar. Mom- mersteeg uit Eindhoven, Dalstra uit Leeuwarden, Kampman uit Al melo, Kuper uit Utrecht, Oosthoek en Dekker slaagden in 1947 157

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1958 | | pagina 25