man aan het woord was!) de op vele punten diep ingaande rede
van Ingenieur-Verificateur J. H. Sanders (die namens alle groepen
van aitabtenaren van het Kadaster sprak, daarbij de eenheid in ver
scheidenheid uitdrukking gevende). Ir. Herweyer, opvolger van
Ir. Mesu als directeur van de Cultuurtechnische dienst, vertegen
woordigde de Minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoor
ziening. Uiteraard sneed deze spreker de ruilverkaveling aan, welke
hij zonder inschakeling van het Kadaster een onmogelijkheid noem
de. De grote evolutie releverende, die op het terrein van de ruil
verkaveling plaats vond van af de grondenruil in een beperkte
overzichtelijkheid van de Ballumermieden op Ameland tot de hui
dige totale reconstructie van een agrarisch gebied van grote om
vang, benadrukte ir. Herweijer dat thans het landmeten tot een deel
van het „teamwork" gegroeid is, zonder hetwelk de moderne agra
rische „planning" niet zou kunnen worden uitgevoerd, ingrijpend
als ruilverkaveling nu eenmaal is op landschappelijk, bodemkundig,
verkeerstechnisch en ander terrein, waarbij samenspel van de ver
schillende deskundigen het beste resultaat tracht te brengen tot wel
zijn van de agrarische sector van het maatschappelijk leven. Spr.
bracht dank aan de scheidende directeur voor diens streven naar
een meerjarenplan voor de ruilverkavelingen.
Dhr. Buiter sprak namens de personeelsafgevaardigden in de
Bijzondere Commissie voor Georganiseerd Overleg-Belastingen. Hij
herinnerde aan de vele vergaderingen, waarin over de positie van
de landmeters en de landmeetkundige ambtenaren (spr. had het
hier over de „tekenaars", een slip of the tongue vermoedelijk) werd
onderhandeld, en duidde nog op de zeer bijzondere belangstelling
voor het Kadaster van de zijde van de Staten-Generaal.
Na het aanbieden van enkele waardevolle geschenken kreeg de
scheidende Directeur de gelegenheid tot een dankwoord, dat uit
groeide tot een samenvattende afscheidsrede. Twee vragen, aldus
dhr. Stoorvogel, komen bij mij op; n.l.: kan de dienst het lijden, dat
zovelen hier afscheid komen nemen? en: was dit alles wel nodig
voor mij? Spr. stelde, dat hem door de eendracht waarin dit alles
gebeurde, een zeer bijzondere dag was bereid. Uiteraard greep dhr.
Stoorvogel terug op het verleden en haalde voor hem treffende
momenten weer in de herinnering. Hij schetste in vogelvlucht de
veranderingen in het dienstvak, dat steeds belangrijker taken krijgt,
wees in dit verband op het verschil reeds in de aanblik van gebou
wen en van het meubilair van vroeger en nu, Eén ding is nog altijd
hetzelfde: de werkers in ons dienstvak voelen zich gegrepen door
de mooie arbeid bij ons Kadaster en dit geldt zowel voor de leden
van de buitendienst als voor die van de kantoren. Spr. herinnerde
aan de beginjaren van de B.L.W., waarin ongeveer 250 jongelui in
totaal gedurende langer of korter tijd waren ondergedoken. Hij
wees op de omstandigheid dat de omvang van het werk tot 10
van het normale was gedaald, waardoor de achterstand nagenoeg
160