verdwenen was. T.a.v. de opleiding van vakkundig personeel hield
hij de bijeengekomenen dringend voor, dat dit javen van opleiding
en jaren van praktijk eist, wil men van geheel vakkundigen spreken.
Voor het Kadaster gelukkig, zijn er aanwijzingen, die er op duiden
dat wij van een regelmatige en belangrijke uitbreiding van personeel
verzekerd kunnen zijn.
Als men bedenkt, aldus spr., dat het jaarlijks aantal noodzakelijke
kadastrale metingen vóór 1940 ongeveer 50.000 was, tijdens de
oorlog teruggelopen tot 19.000 in 1946, en in 1957 reeds weer
90.000 bedroeg, en als men daarnaast ziet, dat het aantal akten en
borderellen in 1947 een aantal van 100.000 bereikte en tien jaren
later 250.000 per jaar, dan is het begrijpelijk, dat zo'n immer stij
gende stroom niet in een handomdraai door personeelsvergroting
kan worden opgevangen.
Over het huidig tekortschieten van het Kadaster bij stadssane-
ring, bij de stedebouw in het algemeen, de achterstand in tempo op
de algemene roep naar spoedige ruilverkaveling, merkte dhr. Stoor
vogel op, dat men zich moet realiseren, dat dit alles veel tijd vraagt
en dat men met de mogelijke verdere mechanisatie vanwege de
diepere achtergronden voorzichtigheid zal moeten betrachten. Spr.
eindigde met een dankwoord aan allen, die deze dag tot een on
vergetelijke maakten.
Zeer velen gebruikten de gelegenheid, in de aansluitende af
scheidsreceptie dhr. Stoorvogel de hand te drukken. Een gedenk
waardige bijeenkomst, die door menigeen werd aangegrepen, de
oude vriendschappen te hernieuwen met hen, die men jarenlang uit
het oog had verloren.
Personalia en Mutaties
Mr. Ir. S. M. Meelker benoemd tot
Directeur van het Kadaster
Met ingang van 1 juni 1958 is
zoals wij reeds hiervóór in het verslag
van de afscheidsreceptie van de heer
Stoorvogel aanstipten tot opvolger
van de afgetreden Directeur van het
Kadaster en de Hypotheken benoemd
de heer Mr. Ir. S. M. Meelker, Hoofd
landmeter A ter Directie van het Kadaster. Na beëindiging van de
middelbare opleiding aan de H.B.S. te Koevorden werd de heer
W. K. en P. S. T.
161