en thans zelfs één eigenaar hebben. De door partijen getekende
overeenkomst met bijlagen werd op 1-12-1953 aan de Centrale
Cultuurtechnische Commissie aangeboden voor de Ministeriële
goedkeuring en op 23-4-1954 overgeschreven in de openbare
registers.
Door de overschrijving der overeenkomst werd de eigendoms
toestand geconsolideerd, daar hierdoor een gemeenschappelijke
boedel was ontstaan, hetgeen in de kadastrale leggers werd ver--
meld. Het belang hiervan is, dat moeilijkheden worden voorkomen
door tussentijdse veranderingen in de eigendomstoestand, waar
door akten in strijd met de lopende ruilverkaveling zouden worden
opgemaakt en hypotheken zouden worden verleend op niet meer
bestaande kadastrale percelen. Hiermee was de eerste etappe afge
legd en kon tot uitzetting, uitvoering en opmeting der grenzen wor
den overgegaan. De metingen vonden door de Landmeetkundige
Dienst van de Nederlandsche Heidemaatschappij, in samenwerking
met het Kadaster, plaats als gevolg waarvan later door het Kadaster
nieuwe plans op schaal 1 2000 konden worden gemaakt. Een hele
verbetering, daar de oude kadastrale plans op schaal 1 5000 waren.
Nadat de uitvoering geheel gereed was, werd de meting voltooid
en door het Kadaster de definitieve oppervlakten vastgesteld.
Deze grootten werden vermeld in de concept-ruilverkavelingsakte,
waarin tevens werd opgenomen, op welke kavels de bestaande
185
«myttocAVtyp „wmm *uk i
«wu-ïmuix
khma \~7sos>
i j