de gegeven basislengte in vier decimalen genoteerd was, in vier cijfers achter de komma. (Het werkstuk is ontleend aan het archief van de Rijksdriehoeksmeting. Deze dienst bepaalt de basislengte in vier decimalen, terwijl andere diensten meestal niet verder gaan dan de bepaling in drie decimalen.) Hierna kunnen we nog in afd. 4 het argument KP en de lengte KP (hier in drie decimalen; KP blijkt minder dan 1000 m te zijn) berekenen. Maar nu moeten we ons afvragen: hoe verder? We zouden graag het argument RP willen weten, om daaruit de argumenten van de zijden van de driehoeken af te leiden. 7^--i K) Zouden we nu niet d KPR kunnen berekenen? Want dan zou RP KP bekend zijn. De werkwijze van formulier Kad. nr. 37 volgende, voeren we een hulpcoördinatenstelsel in, het stelsel rj, met R als oorsprong en RP als positieve ^-as. Het aardige is, dat we in dit stelsel alleen de abscis van Kk* hebben te berekenen, omdat we kunnen bepalen uit sin KP Hoe berekenen we de abscis van KI Dit doen we met behulp van de gesloten veelhoek R~C~K~B-*R. We hebben de lengten en de argumenten van de veelhoekszijden nodig. De eerste hebben we reeds afgeleid in afd. 2, de laatste gaan we nu bepalen in afd. 1. We hadden hier alleen nog maar ingevuld de kolommen 1, 2 en 7. Nu voegen we daarbij 3, 4 en 5. Eerst kolom 3. De richting van A naar P geven we geen correctie, die van A naar C 1 en van A naar B 1bij de richtingsmeting op B achtereenvolgens 1 111 en bij die opC 1, 1, 1, 1. Hierna kolom 4 invullen, om daarna in kolom 5 de argumenten uitgaande van A zo over te nemen uit kolom 4. Uit AB leiden we onmiddellijk BA af, deze kunnen we dus invullen in kolom 5 achter de richting op B 189 (P) SIMPELVELD 3 "V?vastl.1 stang '57

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1958 | | pagina 21