dit niet steeds, dan krijgt men, vooral als men zijden verlengt waar
door lange maten ontstaan, door extrapolatie vrij spoedig iets ce
onnauwkeurige getallen.
Sommigen hebben de uitkomsten door opvolgende benaderingen
gevonden. Al is dit wiskundig vaak minder interessant, toch zullen
we dit in de praktijk zeker niet verwerpen. Als het werkelijk handig
gebeurt en met veel minder rekenwerk de juiste uitkomsten geeft,
verdient dit in de praktijk zelfs de voorkeur. Past men een benade^
ringsmethode toe, dan behoort de oplossing het principe ervan
duidelijk aan te geven.
Het lag voor de hand controles uit te voeren, waar mogelijk
tussentijds, maar in ieder geval op de uiteindelijke grootten. Van
goede oplossingen mochten de antwoorden niet meer dan 1 cm
verschillen van de volgende meetcijfers: op AB 105,48; op BC 42,88
of 42,89; op CD 109,42; op AD 81,61.
Examen voor Tekenaar van hel Kadaster,
maart 1958
Kadastrale berekeningen. Tijd voor de opgave 1, 2 en 3:
l1/, uur.
Opgave 1.
Bereken de grootte van perceel ABCDEF uit de coördinaten
van de hoekpunten:
XY
A
68,64
10,76
B
44.87
46,23
C
32,41
5,39
D
29,38
17,64
E
15,96
12,17
F
8,45
33,92
Opgave 2.
Gegeven coördinaten
X Y
329 —436,83 855,72
330 12,61 —1018,67
331 383,69 1286,57
332 251,19 1460,63
Gevraagd: de coördinaten van de grenspunten en Q. Q moet
worden berekend als snijpunt van de gestippelde meetlijnen.
194