Kadaster en verstede lijicing
In een recent nummer van de „Essor Syndicaliste", het officieel
Orgaan van het Syndicat National du Cadastre in Frankrijk, werd
de aandacht van onze Franse vakgenoten gevestigd op de trek,
in de laatste tientallen jaren, der bevolking van West-Europa
naar de steden. Omstreeks dezelfde tijd publiceerde Oskar Walser
in ,,Der Vermessungstechniker", het Orgaan van onze Zwitserse
zusterorganisatie, een artikel over het bedwingen van de verstede
lijking der Zwitserse bevolking, die zich in de laatste tientallen van
jaren als een onafwendbare natuurramp schijnt te willen voltrek
ken, waarbij de steden groeien als kool en waarbij de bergdorpen
al meer en meer worden ontvolkt. Ook in Nederland houdt men
zich met het brandend probleem bezig, waarbij men op hoog niveau
reeds tot de slotsom kwam, dat vóór 1980 alleen al in de Randstad
Holland zes nieuwe steden zullen moeten worden gesticht en een
zelfde aantal bestaande steden aanmerkelijk zal moeten worden
vergroot. In 1980, dat betekent: ver voor onze pas geslaagde hon
derd collega's hun zilveren jubileum vieren, zal het Kadaster alleen al
in het Westen van Nederland hebben moeten zorgen voor modern
cijfer- en kaartmateriaal, nodig voor de grondslag van de „plan-,
ning", de bouw en de uitbreiding van twaalf grote steden, en voor
de geregelde bijhouding van het kadastraal-technische deel binnen
het planologisch verband zonder de gevreesde hiaten, die in het
nabije verleden de oprichting van „eigen" landmeetkundige dien
sten zozeer bevorderden.
Uit het Nederlandse voorbeeld der verstedelijking ziet U wel,
dat ook het Kadaster nauw bij het aangesneden probleem betrokken
is. De omstandigheid, dat ook de Franse en Zwitserse vakgenoten
er in hun respectieve Organen aandaóht aan schenken, kan ons
reeds een aanwijzing zijn, dat ook in Zwitserland en in Frankrijk
de nauwe relatie van Kadaster en verstedelijking wordt onderkend.
In Frankrijk leefden in 1791 ten tijde van de Assemblée Consti
tuante tachtig van de honderd inwoners op het platteland. In
onze dagen is dit percentage tot veertig gedaald, en elk jaar
migreren er ongeveer 95000 plattelanders naar de steden, waarvan
er ongeveer 45000 per jaar naar de voorsteden van Parijs trekken
en de dorpen voorgoed de rug toekeren.
Deze betrekkelijke ontvolking van het platteland is helemaal
geen specifiek-Franse aangelegenheid. Dit wordt men des te meer
gewaar bij de vergelijking der statistische gegevens over de be
roepsbevolking in de jaren 1900 en 1950:
Het percentage der beroepsbevolking in de Landbouw volgens
de Essor:
Frankrijk
Zwitserland
Nederland
in 1900 47
32
37
in 1950 33
25
20
196