kennis verzamelen. Indringend in leven en werken van een enkeling, die met landmeten en kaartschilderen zijn dagelijks brood verdien de, zo verrijkt ons de ene scriptie. Weer een andere leidt ons in tot de landmeters en de landmeetkunde in het Romeinse rijk, of vertelt ons van de vakgenoten in een bepaalde landstreek. Enige tijd geleden schreef coll. D. K. Bloemendaal een herdenkingsartikel over Baron Krayenhoff, de grote man van de triangulatie uit de tijd van Lodewijk Napoleon. Wie meer in het bijzonder over deze triangulatie en over de andere volgende rijksdriehoeksmetingen wat uitgebreider voorlichting zoekt, die zal ongetwijfeld in de onder staande lijst van ingeleverde scripties het zijne ervan vinden. Ook de kadastrale dienst zelf kreeg zijn (enigszins schrale) deel der scripties. Al heeft ons land nog niet zijn dr. Terlinck, die zijn Belgische vakgenoten verrijkt met verhandelingen over Kadasters in den vreemde, een begin van een reeks indringender en weten schappelijker studies te onzent is al gemaakt door de scriptie over het Kadaster in Luxemburg. Ook op het terrein van de praktijk der ruilverkaveling kan men kennis nemen van een aantal deel studies, die verscheidene aspecten van deze interessante loot aan de oude kadastrale stam in het licht van de schijnwerper stellen, om het even of dit de afkoop van naweiderechten betreft, dan wel andere problemen op ruilverkavelingsgebied onder de bekende loep neemt. De ontwikkeling van de ruilverkaveling in ons land, de aspecten van ruilverkaveling en onteigening in onderlinge samen hang bekeken, de overgang van rechten, welke krachtens ruilver kaveling plaats vindt, de problemen welke door de aanwezigheid van pachters bij ruilverkaveling moeten worden opgelost, het vraag stuk van het behoud van het natuurschoon, zijn elk op zichzelf beschouwd reeds een bron van verrijking van kennis voor ieder die verder wil zien dan de grenzen van eigen specialiteit. Recht en administratie* Ondanks alle onvolkomenheden welke eraan kleven, is het Ka daster als de behoeder der rechten op onroerend goed. Deze maat schappelijke taak van de kadastrale dienst kwam meermalen in een scriptie naar voren. Ook bij dit onderdeel van het Kadaster zou een moderne Mulder-Soutendijk het gemakkelijker hebben dan de Tielse landmeter Soutendijk het bij de samenstelling van zijn boek in 1881 had en dan zijn opvolger Mulder in 1916 het bij de nieuwe bewerking der stof heeft moeten stellen. Sinds deze schrijvers het standaardwerk over het Kadaster en de Hypothecaire boekhouding componeerden, is er het een en ander ook in de kadastrale wereld gebeurd. Trouwens, een boek als dat van Mulder-Soutendijk is ook voor wat de vorm betreft verouderd. Het heden vraagt een wat bondiger informatie. Op het onderdeel van het recht en de admini stratie, evenals op de andere onderdelen zou de toekomstige samen steller van een nieuw kadastraal handboek met vrucht van scripties kunnen gebruik maken, teneinde deze bondiger informatie te kun- 173

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1958 | | pagina 5