nen geven. De specialiteit in het rechtsverkeer ten aanzien van het
onroerend goed, de burgerrechtelijke betekenis van de kadastrale
grens, de moderne mogelijkheden om ondanks het uiteindelijk mis
lukken van de proef-Dieren en Andijk te komen tot de opzet van
een percelenkadaster in positieve zin, de raakvlakken van Kadaster
met het nieuwe Burgerlijk Wetboek (ontwerp prof. Meijers), de
erfdienstbaarheden die in de administratie van de rechten op on
roerende goederen hun belangrijke plaats bezitten, en vele andere
onderwerpen op het terrein van recht en administratie vinden we
in de scripties terug.
Moderne methoden*
Zoals we reeds hiervoor opmerkten, geeft menige studie ons
informatie over de landmeting en de meetmethoden in oude tijden.
Maar ook de moderne meetmethoden zullen menigeen intrigeren
en ook de lezers van ons Orgaan zullen zich zonder enige twijfel er
meer dan vroeger mee bezig houden. Ir. Claessen wist reeds op de
overgangsvakcursus een vijftigtal collega's op indringende en on
derhoudende wijze de bijzondere belangrijkheid voor de toekomst
te schetsen van de indirekte lengtemeting. Door de ontwikkeling
van instrumenten als de Redta en de DKRT is de optische lengte
meting tot een zeer hoge graad van snelheid en nauwkeurigheid
gestegen en in Zwitserland heeft deze wijze van meten een zeer
hoge vlucht genomen. Begreep ik indertijd Ir. Claessen goed, dan
zal het bij de huidige stand van zaken best mogelijk kunnen zijn, dat
in Nederland de Zwitserse faze der optische indirecte lengtemeting
kan worden overgeslagen en dat ons Kadaster in de nabije toekomst
direct overgaat tot de hypermoderne en voor ons leken onbe
grijpelijke methoden der elektronische lengtemeting, ontwikkeld
door onderzoekers als Bergstrand, Vaisala, Gigas. Is voor dit
onderdeel van ons vak de belangstelling onzer vakgenoten groeien
de, nog meer is dat het geval met de interesse voor de fotogram-
metrie, met welker resultaten onze dienst gelukkig steeds meer te
maken krijgt, nu het Kadaster sedert kort een eigen fotogram-
metrische afdeling bezit. En al mag het zijn, dat de scripties op
het hiervoor bedoeld terrein uiteraard uitstijgen boven het gebied
dat door de middelbare landmeetkunde bestreken wordt, deze
studies kunnen hopelijk aanleiding zijn tot mogelijkheden, die wèl
voor de lezers van ons Orgaan van zeer groot belang zijn, nl. de
mogelijkheden tot popularisatie van de studies in de goede zin van
het woord, popularisatie in de trant als dhr. Meertens de „Land
meetkunde" tot ons bracht, de studie, waarvan in het begin van
deze samenvatting sprake was. Onder de middelbare landmeetkun
dige ambtenaren was immer een verheugende animo voor verbreding
en verdieping van inzicht in zaken, die ons vak raken. In onder
staande, naar wij hopen volledige lijst van scripties zullen velen
de onderwerpen aantreffen, die aan deze belangstelling bevrediging
zullen kunnen schenken.
174