39. C. Krombeen, (Arnhem Rvk), Aspecten en problemen van de
ruilverkaveling.
40. J. Polman, posthuum, Geschiedenis en toepassing van de onfc-
werpwet op de grensregeling in Nederland en de Nederlandse
Antillen.
41. W. van der Vegt, Rechten en verplichtingen op de grond in
de stadsgemeente Medan; een gemeentelijk kadaster.
42. P. de With, IJking van precisieluchtcamera's.
43. A. Wytema, (Nijmegen LD), Enige methoden voor de ver
effening van een primair driehoeksnet.
23-2-'52:
44. J. C. van Heijkoop, ('s-Hertogenbosch LD), De burger
rechtelijke betekenis van de kadastrale grens.
45. C. C. J. Hol, (Dordrecht LD), Rivierkaarten in Nederland.
(Bibl.)
46. R. J. Rienks, (Rotterdam, Gem. LD), Rooilijnvoorschriften.
47. F. Schuurman, Het Kadaster in het Groothertogdom Luxem
burg.
48. A. Waalewijn, (Rijkswat. Delft), 1: De internationale formules
voor nauwkeurigheidswaterpassing.
2: Onderzoek naar de verdeling voor de middelbare fout ver
kregen uit een kleine steekproef.
20-6-'52:
49. H. van den Berg, ('s-Gravenhage LD), Beschouwingen over
enige landmeetkundige vraagstukken welke zich hebben voor
gedaan bij de kadastrering van de Zuiderzeepolders.
50. L. Th. A. Jacobs, ('s-Hertogenbosch LD), De toepassing van
interfererend licht op landmeetkundig gebied.
51. J. G. Janssen, (HTS, Utrecht), 1: Dubbelbeeldtachymeters in
Indonesië.
2: Grondregistratie in Jacatra-Batavia-Djakarta, een bijdrage
tot de kennis der geschiedenis van de overschrijving van on
roerend goed en het Kadaster in Indonesië.
52. K. Lok, (Eindhoven Rvk), Beschouwingen over het begrip
waarde als basis voor de ruilverkaveling in Nederland en van
methoden van waardebepaling en hun nauwkeurigheid. (Bibl.)
53. F. G. C. Rothuizen, (PBNA, Arnhem), Enige mededelingen
over de kartografie van Zeeland vóór 1800.
54. E. H. W. Visser f, Het krommingsverloop van overgangs-
bogen in verband met voorwaarden die door de huidige rij-
techniek worden gesteld en de uitzetting dezer bogen met be
hulp van de verbeterde Winkelbildmethode van G. Schramm.
(Bibl.)
19-12-'52:
55. P. Ilmer, (Ned. Spoorwegen), De landmeetkunde in toepas
sing bij de spoorwegen.
177
