punten E en Krespectievelijk in de grenzen AD en BC gelegen,
reconstrueren. De meetgetallen langs de meetlijn EK zijn van oud
veldwerk overgenomen.
Gevraagd de meetgetallen bij de punten P en Q te berekenen
P op de zijde AD en Q op de zijde BC
Oplossingen kunnen voor 1 januari 1959 worden ingezonden aan
Mej. C. A. C. Best, Nieuwe Haven 6, Den Haag.
Sludierubriek
Tot herdruk van opgave II zullen we niet overgaan, omdat dit type
vraagstuk in opgave LXIV (jrg. 12, blz. 40 en 72) nogmaals voor
komt. Wel zullen we opgave III opnemen (jrg. 5, nr. 3, blz. 17):
Op bijgaand veldwerk zijn de meetgetallen behorende bij hoek
punt E van het perceel door slijtage onleesbaar geworden. Het was
echter bekend dat de oppervlakte uit de meetgetallen 1042 ca be
draagt. Naderhand is bij A op het perceel een gebouw gesticht,
waardoor meetlijn AC niet meer is op te zetten.
Gevraagd wordt nu de ligging van de punten D en E ten op-
z;chte van de lijn CF tei berekenen.
(Examen landmeter van het kadaster 1930).
In nr. 4, blz. 13 vinden we de volgende bespreking:
De slijtage van het veldwerk van vraagstuk III is doorgevreten.
In 1930 stond bij hoekpunt B nog het goede meetgetal 16,53, terwijl
er nu niet anders dan 6,53 uit viel te lezen. Gelukkig was de loodlijn
uit B rechthoekszijde in twee volgemeten driehoeken, waardoor
controle mogelijk was. Zodoende was de 10 m-fout ondubbelzinnig
vast te stellen. Toch liepen er drie inzenders in de val. Hun werk
bevatte overigens geen rekenfouten, de verdere controles klopten
en ze waren het dus roerend met elkaar eens. Daarom zal het hun
tegenvallen niet tot de goede oplossers te behoren. Wat volgt
hieruit?
234