Ziehier de volledige oplossing van vraagstuk III: Opp. ABCF 948,39 Opp. CDEF 93,61 CF 42,995 Kiezen we C als de oorsprong en CF als positieve x-as, dan is, als ACF y, de abscis van D 7,79 X cos y 9,22 X sin y 11.587; de ordinaat 7,79 X sin y 9,22 X cos y 3.383. Noemen we de voetpunten van de loodlijnen uit D en E op de meetlijn CF resp. G en Hdan zal GH ongeveer gelijk zijn aan DE. Stellen we als eerste benadering HG 17,49 en is EH h, dan moet: 3,383 X 29,077 31,408 h 187,22, waaruit volgt: h 2,829. Hieruit volgt nu met Pythagoras voor GH Dit klopt reeds, zodat een tweede benadering overbodig is. Uit komsten, afgerond op cm: Wij vonden in het Orgaan van de Bond van Personeel bij 's Rijks Belastingen in Nederland, 1958, no. 5, het navolgende: Toelatingsonderzoek voor de Controleurscursus BURGERLIJK RECHT. I. Koopcontract. Jan de Groot te Edam heeft door zijn ondertekening van dit stuk verkocht aan Herman Vos te Monnikendam het huis met erf en tuin, Voorstraat 10 te Edam. Edam, 15 september 1957 In de veronderstelling, dat van verkoop en koop van onroerend goed door een daartoe bevoegd persoon een stukje met de boven staande tekst zou zijn opgesteld en aangenomen, dat De Groot eigenaar van het onroerend goed is, kan Vos zich dan, indien aan de verdere formaliteiten mocht zijn voldaan, na behandeling van dat stukje op de bewaring als eigenaar van het onroerend goed beschouwen en zou hij er hypotheek op kunnen krijgen? Zo neen, hoe zou bovenstaande tekst dan aangevuld en/of ver anderd dienen te worden, om Vos eigenaar te maken? Welke aan vullingen acht u bovendien gewenst en waarom? V (17,502 0,5542) 17,491. CG 11,59; DG 3,38. CH 29,08 EH 2,83. J. de Groot H. Vos 236 D C F G H

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1958 | | pagina 28